Hypnose en hypnotherapie zijn geworteld in de wetenschap en al gedurende vele jaren worden er wetenschappelijke bewijzen gerapporteerd schrijft de Washington Times.
Hypnotherapie wordt voor veel problemen beschouwd als een effectieve aanvulling op psychotherapie. Als zelfstandig vakgebied pakt hypnotherapie gunstig uit: in 2001 gaf de British Psychological Society opdracht aan een groep deskundige psychologen om verslag uit te brengen over hypnose. Zij gaven aan dat hypnose een bewezen therapeutisch medium is.
In het rapport staat o.a. dat hypnotherapie gunstig is voor een breed scala aan problemen in de geneeskunde, psychologie en psychiatrie met betrekking tot stress, angst, pijn en psychosomatische ziekten. Enkele van de aandoeningen die werden beschreven zijn slapeloosheid, prikkelbaar darm syndroom, hoofdpijn, migraine, astma en diverse huidziekten. Ook overgewicht werd aangemerkt als een aandoening die kan profiteren van hypnotherapie.
Een vergelijkende studie uit 2007 door het Amerikaanse Health Magazine, geeft aan dat een aantal psychologische klachten meer baat heeft bij hypnotherapie dan psychoanalyse en gedragstherapie. Een meta-analyse van 444 studies van een Duitse universiteit ondersteunde deze claim en gaf een succespercentage aan van 64% voor behandeling met hypnotherapie voor stress, angst en chronische pijn.
Volgens Sanjay Paul, een psychologiedocent aan verschillende universiteiten, opent hypnose door een verhoogde suggestibiliteit de toegang tot het onderbewustzijn. Ons onderbewustzijn is verantwoordelijk voor maximaal 90 tot 95 procent van onze gedachten en handelingen. Niemand kan gedwongen worden om iets tegen zijn/haar zin te doen in hypnose. Dit is een onjuiste, oude reputatie die voortkomt uit de showhypnose.
Blijkbaar wint hypnotherapie snel terrein als het gaat om een gerespecteerde vorm van therapie in de wetenschappelijke gemeenschap.
Lees hier het originele verslag.