tekening postkoets

Verkeerde hypnosesuggesties

Verkeerde hypnosesuggesties: Je moet er wel aanleg voor hebben!

Elke onderwijzer weet het. Je moet nooit fouten op het bord schrijven. Die worden net zo goed onthouden als goede leerstof. Toch staat op de website van veel hypnotherapeuten dat je echt niet tegen je wil gehypnotiseerd kunt worden. En juist zij weten als geen ander dat de patiënt het woord ‘niet’ het liefste overslaat.

Vooral nu duizenden jonge mannen, vaak goed opgeleid, met vrouw en kinderen vertrekken naar Syrië en andere oorden om zich aan te sluiten bij Islamitische Staat (IS) en verwante terroristische  clubs. Waarom gaan die mensen weg uit het veilige en welvarende  Europa? En waarom komen ze terug?  Gesuggereerd wordt dat ze, tegen hun zin, met radikaal-islamitische theorieën gehersenspoeld zijn en opgehitst. Zo’n antwoord roept meer vragen op. Hoe doen ze dat en waar houdt vrije wil op en waar begint dwang?

Bekend terrein voor hypnotiseurs.

Het is een discussie die de hypnose aankleeft sinds de vroege magnetismetijden. Opmerkelijk genoeg gaat dat altijd over magnetisme of hypnose onder dwang èn met kwade opzet. Seksuele uitbuiting en financieel gewin schijnen gemakkelijker met hypnose te bereiken te zijn. Nooit hoor je van  gedwongen hypnose met een nobel doel.

Hypnose kan mensen op vreemde gedachten brengen

Dat hypnose mensen soms op vreemde gedachten brengt, ervaart neuroloog Georges Gilles de la Tourette als hij in 1893 bij thuiskomst de 29 jarige Rose Kamper aan zijn deur treft. Zij  komt verhaal halen over een onvrijwillige hypnose. De la Tourette heeft haar meermaals gehypnotiseerd. Ze zegt daardoor haar verstand verloren te hebben en eist 50 francs schadevergoeding. Als De la Tourette zich omdraait, schiet zij hem drie maal in zijn nek.

Georges Guinon van het tijdschrift ‘Le Progrès Médical’ tekent het verhaal heet van de naald op. Hij komt toevallig een paar minuten na het incident en vindt de vrouw rustig en volkomen tevreden in de wachtkamer. Guinon wil met zijn  artikel vooral geruchten over aanslagen onder hypnose de kop indrukken. Dat verhindert niet  de regelmatig opduikende bewering dat het voorval leidde tot een van de beroemdste rechtszaken over hypnose. In werkelijkheid komt er helemaal geen rechtszaak. De vrouw was een  erkend krankzinnige. Eerder schreef ze dreigbrieven aan Mr. A. de Rochas, eveneens een vooraanstaand hypnotiserende arts. Ze beweerde dat Gilles de la Tourette verliefd op haar was en vertelde dat ze door een andere persoon op afstand onder dwang gehypnotiseerd is.

Foto Georges Gilles de la TouretteDe wonden van De la Tourette zijn niet ernstig en ’s avonds kan hij al aan zijn vriend en journalist  Georges Montorgueil schrijven:  ‘Wat een vreemde geschiedenis!’ Nog vreemder is dat een paar dagen voor het schietincident Gilles de la Tourette en Montorgueil een artikel publiceerden in ‘L’Éclair’ waarin ze de School van Nancy bekritiseerden om haar standpunt over onvrijwillige hypnose. Het artikel  van De la Tourette en Montorgueil is een zet in het wereldwijde dispuut over de vraag of mensen onder hypnose dingen doen die ze in waaktoestand zouden afwijzen. De School van Nancy van dokter A.A.M. Liébeault, professor H. Bernheim en vooral jurist J. Liégeois, verkondigt dat hypnose bij iedereen met suggestie opgeroepen kan worden. Hun tegenstrevers van de school van Salpêtrière zijn onder andere neuroloog  J.M. Charcot, P. Janet en De la Tourette. Zij menen dat hypnotisme een hysterisch symptoom is en geloven niet dat mensen onder hypnose iets tegen hun wil doen. Ondanks de geschiedenis met Rose Kamper is De la Tourette nooit van gedachten veranderd.

Hypnose-dramaVoor- en tegenstanders

De standpunten van voor- en tegenstanders zijn niet spijkerhard. Ze nemen elk een voorwaardelijk standpunt in. Beide menen dat iemand onvrijwillig gehypnotiseerd kan worden als aan bepaalde voorwaarden is voldaan. Een laboratoriumexperiment bewijst niets omdat de proefpersoon toch wel weet dat het niet echt is. De Nancy’ers beweren dat Charcot en de zijnen hun hysterici ongemerkt suggereren door voor een experiment hun publiek te vertellen wat de patiënt gaat doen. Pathologische persoonskenmerken van gehypnotiseerden die hen wellicht  overgevoelig maken voor ongewenste suggesties zijn in die tijd nog van weinig belang.

In 1981 doet bankbediende Springston (30) iets raars. Hij laat zich door een vriend naar de naburige stad Wheeler (Arkansas) rijden en bedreigt een bankbediende met een ongeladen revolver. Ongemaskerd en de camera’s negerend pakt hij het afgedwongen geld aan en vertrekt.

Onderweg gooit hij geld en wapen in een greppel in de veronderstelling dat de politie het wel zal vinden. Even later bedenkt hij dat anderen het dan ook kunnen en rijdt hij terug om het te verstoppen naast zijn huis. Ondertussen vraagt hij zich af hoe hij het geld kan terugbezorgen. Als drie dagen later een FBI-agent aan de deur komt, bekent Springton onmiddellijk.

Zes weken voor de overval was Springston bij een hypnotiseur  voor een vermageringstherapie. Hij was ongeveer tien kilo te zwaar. Na de inductie zegt Springston: ‘U bent een erg sterke persoonlijkheid, u kunt in feite alles doen wat u wilt. U zou zelfs als u dat wilde een bank kunnen overvallen.’ Springton meent achteraf niet onder hypnose geweest te zijn maar alleen een lichte tinteling in zijn hand te hebben gevoeld. Toch blijft de banksuggestie in zijn hoofd rondspoken tot hij er geen weerstand meer aan kan bieden. Na de beroving voelt hij een opluchting die zich herhaalt bij zijn arrestatie.

Criminoloog Walter de Pauw (Forensische hypnose, 1999) schrijft: ‘Achteraf bleek het bezoek aan de hypnotiseur een keerpunt in Springston’s leven. Zijn sociale isolatie en zijn minderwaardigheidsgevoel werden door zijn werkloosheid steeds sterker en hij had een onbewust verlangen de verantwoordelijkheid te ontvluchten. Hoewel het bezoek aan de hypnotiseur op gewichtscontrole gericht was, kan er ook een latent verlangen om hulp voor de toegenomen spanning ingezeten hebben. Deze onbewuste openheid voor interventie kan zijn suggestibiliteit  verhoogd hebben. Springston had geregeld dissociatieve ervaringen en waarschijnlijk een schizoïde persoonlijkheid. De opluchting die hij ervoer na de overval, had iets van de angstbevrijding na het ritueel van compulsief gedrag’.

©Johan Eland, 2015