danseres

Veranderingen in oxytocine en cortisol in actief-alerte hypnose

Hormonale veranderingen ten voordele van laag hypnotiseerbare deelnemers.

 

Hypnotherapeuten kunnen aan de slag!

Lange tijd heeft de wetenschap de rol van oxytocine en cortisol onderschat.
De hormonen oxytocine en cortisol blijken een ingewikkelde en belangrijke rol te spelen in de regulering van gedrag en emoties die de gezondheid, relaties en welzijn beïnvloeden. Hun lange-termijn-, en generatie-overstijgende effect maakt ze een belangrijke focus van huidige studies. Onlangs publiceerden Hongaarse wetenschappers hun nieuwste bevindingen over de rol die oxytocine speelt in hypnose. In dit onderzoek zochten K. Varga en haar collega’s (2018) naar veranderingen in het oxytocine- en cortisolpeil en welke meetbare invloeden die hebben bij de hypnotiseur èn de proefpersonen tijdens een actief-alerte hypnose. Ze ontdekten dat tijdens een hypnosesessie bij de hypnotiseur het oxytocinepeil stijgt terwijl de cortisolspiegel daalt. Deze verandering van het oxytocinepeil doet zich ook voor bij proefpersonen met een lage hypnotiseerbaarheid. Ook zij produceren in hypnose meer oxytocine dan daarvoor. Bij de proefpersonen die middelmatig of hoog hypnotiseerbaar zijn verandert het oxytocine peil niet of daalt zelfs.
De onderzoekers vermoeden dat dit verklaart waarom hypnotiseerbaarheid geen belangrijke factor is in de hypnotherapie.

Onderzoekstechnieken verfijnder

Sinds hypnose rond de vorige eeuwwisseling ruimer geaccepteerd werd is de vraag naar de mate van hypnotiseerbaarheid nooit van tafel geweest.  De mogelijkheid om hypnotiseerbaarheid te verhogen kwam voort uit de wens daarmee meer mensen te kunnen helpen met hypnotische interventies.  Daardoor ontstonden theorieën die benadrukten dat het rapport tussen hypnotiseur en patient cruciaal is voor een goede hypnoseinductie en suggestibiliteit. Eerder zagen we die beweringen ook al bij de volgelingen van Mesmer. Verder dan doorwrochte theorieën zoals van Albert Moll (1892) geïllustreerd met anekdotische bewijzen kwam men echter niet. Pas nadat de onderzoekstechnieken verfijnder werden en geavanceerder apparatuur beschikbaar kwam kon door het meten van onderdelen de hypnotiseerbaarheid gemeten worden. Een verklaring voor de verschillen gaf dat echter niet. Een belangrijke mijlpaal in deze ontwikkeling is het betrekken bij het onderzoek van het hormoon oxytocine. Deze neuropeptide speelt een rol bij sociale binding en verbetert een scala van sociaal gedrag bij dieren en mensen.
Enkele jaren geleden stelden onderzoekers (Bryant R.A., Hung L., Guastella A.J., Mitchell P.B.,2011) vast dat door de neus toegediende oxytocine de hypnotiseerbaarheid verbetert. Laag hypnotiseerbare personen die met een neusspray oxytocine kregen reageerden aanzienlijk beter op een hypnotische inductie. Daarmee was voor het eerst vastgesteld dat er een neurochemische basis is voor hypnotische reacties, en is een richting aangegeven om de hypnotiseerbaarheid volgens een neuraal mechanisme uit te leggen.

Vloeken en dansen mag!

Dansen na suggestie: UIt het Toneelstuk ‘Dat drukke Leven!’ (1918). Uit het werk van Johanna Coninck Westenberg-Pabst.

Cartoon man met tekstLang betoogd is dat ook in hypnose mensen niets doen dat indruist tegen hun diepste overtuiging. De meeste bizarre pogingen hiertoe zijn ondernomen. Bijna altijd ging het dan om gefingeerde misdaden waaronder niet zelden moordpogingen. Bijna altijd weigerden proefpersonen. Dat werd toegeschreven  aan de wetenschap dat het om een experimentele opzet ging en de proefleider als betrouwbaar arts te boek stond. Experimenten met oxytocine lijken het tegendeel te bewijzen. Het hormoon versterkt het vertrouwen in anderen en kan de mate waarin de proefpersoon aan de suggestie van een hypnotiseur gehoor geeft bevorderen. In een onderzoek (Bryant R.A., Hung L., 2013) kregen hoog hypnotiseerbare personen oxytocine of een placebo toegediend. (N= 28).

Dansende vrouw
Dansen na suggestie: UIt het Toneelstuk ‘Dat drukke Leven!’ (1918). Uit het werk van Johanna Coninck Westenberg-Pabst.

Daarna werden hen onortodoxe gedragingen gesuggereerd waaronder vloeken tijden het experiment, hardop zingen en dansen op een posthypnotisch signaal. De deelnemers die oxytocine kregen vloekten beduidend meer dat de placebogroep. Ook het dansen ging hen veel gemakkelijker af. De onderzoekers interpreteren deze bevindingen door de oxytocine een toegenomen sociale toeschietelijkheid door A, een toegenomen vertrouwen in de hypnotiseur; B. verminderde sociale angst en C.verbeterde gevoeligheid voor signalen om te reageren op experimentele verwachtingen. Deze resultaten wijzen op de potentiële rol van oxytocine in sociale overtuiging.
Betekent dit nu dat met oxytocine en hypnose mensen toch aangezet kunnen worden tot misdaad en terreur zonder dat ze daar wat voor voelen?boekschrift
Dat lijkt onwaarschijnlijk. Er is een wezenlijk verschil tussen misdaad en ‘onorthodoxe gedragingen.’ De door de onderzoekers gekozen voorbeelden zoals vloeken, hardop zingen en dansen na een bepaald signaal zijn geen gedragingen die straffen opleveren of mensen buiten de maatschappelijke orde plaatsen. Het zijn bezigheden die door ‘sommigen’ alleen gedaan worden in bepaalde omstandigheden en in een bepaalde gemoedstoestand. Dat de omstandigheden er gunstig voor zijn is door de proefleider al geregeld. Die geeft immers toestemming. De gewenste gemoedstoestand zal inhouden dat de proefpersoon zich minder sociaal geremd voelt om juist die dingen te doen waarmee hij zijn gevoelens kan uiten. Welke vloeken, welke liedjes en hoe er gedanst wordt zal per persoon verschillen.

Wat staat de hypnotherapeut te doen?

Wat hebben we aan deze vindingen uit het wetenschappelijk domein? Weinig, althans als we wachten op voorstellen van de onderzoekers voor maatschappelijke toepassingen. Dat is immers niet hun primaire rol. Nu steeds helderder blijkt dat oxytocine een belangrijke stof is in de hypnose ligt de bal bij de hypnotherapeuten.
Van hen mag verwacht worden dat ze met de kennis die de onderzoeken hebben opgeleverd behandelprotocollen maken waarmee in de praktijk gewerkt kan worden. We weten dat oxytocine kan helpen bij tal van aandoeningen zoals hechtingproblemen, autisme, verslavingsziekten en sociale fobieen, maar ook lichamelijke aandoeningen als slecht helende wonden. Nu we we weten dat oxytocine opgewekt kan worden met hypnose zouden protocollen bedacht kunnen worden die zowel de oxytocineaanmaak bevorderen als therapeutische interventies die de patienten stimuleren en de weg wijzen naar een leven zonder bovengenoemde problemen.

 

  • Bryant R.A., Hung L. 2013, Oxytocin enhances social persuasion during hypnosis.
  • Bryant R.A., Hung L., Guastella A.J., Mitchell P.B.  (2011) Oxytocin as a moderator of hypnotizability.
  • Kasos, E., Kasos, K., Pusztai, F., Polyák, Á., Kovács, K.J., Varga, K. Changes in oxytocin and cortisol in active-alert hypnosis: Hormonal changes benefiting low hypnotizable participants. Int. J. Clin Exp. Hypn. 2018 Oct-Dec
  • Moll, Albert,1892, Der Rapport in der Hypnose. Untersuchungen über den thierischen Magnetismus.
    ©JE,2018

———

Meer weten over hypnose en hypnotherapie, meld je aan voor een gratis informatieavond hypnose.