‘Onzichtbaar gehechtheidstrauma’ een uitdaging voor hypnotherapeuten?

Gehechtheidstrauma een uitdaging? Dora D’hooghe is oprichter van Traumacentre Belgium, dat zich specialiseert in de korte en lange termijn behandeling van getraumatiseerde cliënten. Haar werk is gebaseerd op gehechtheids- en traumatheorieën, therapie en een mix van integratievepsychotherapie en neurowetenschappen. Het centrum behandelt met onder meer EMDR en hypnose.

Daarnaast schrijft Dora D’hooghe en geeft ze lezingen en workshops over gehechtheidtrauma als ongunstige ervaringen die zich voordoen in de vroege kindertijd, en die zich herhaaldelijk en langdurig tussen kind en verzorger afspelen.

Ze introduceerde het begrip ‘Onzichtbaar gehechtheidstrauma’ en biedt daarmee een basis voor een nieuwe classificatie van psychische stoornissen en voor vroege interventiestrategieën en behandeling in de klinische praktijk. Onlangs openden Doris D’Hooghe en haar collega Layla Brack een discussie op Academia.Edu om deze visie bekender te maken en gelegenheid te geven er op te reageren.

Het gebrek aan vaardigheden om gevoelig en responsief op een kind te reageren kan op meer wijzen ontstaan. Twee daarvan behoeven meer aandacht. Juist deze twee omdat ze te maken hebben met twee groepen kinderen die extra risico lopen op hechtingsproblematiek: pleegkinderen en adoptiekinderen. Het zijn de pleeg- en adoptiegezinnen waar de vereiste talenten – gevoeligheid en responsiviteit – juist zo belangrijk zijn omdat deze kinderen al getroffen zijn door de scheiding van een verzorger en soms verwaarlozing.

De twee zijn:

Traumatische zwangerschap en bevalling

1.)        Een gemankeerde hechting doordat de moeder te maken kreeg met een traumatische gebeurtenis of reeks gebeurtenissen tijdens de zwangerschap, de bevalling of kort daarna.

De Amerikaanse prof. dr. A. Madrid houdt zich decennia bezig met dit gegeven en ontwikkelde een therapie die ruim dertig jaar met succes wordt gebruikt. Bij kinderen tot tien jaar heeft deze therapie een successcore van rond de tachtig procent. Ook bij oudere kinderen is het resultaat bevredigend.

Uitgangspunt is dat de hechting zich niet of maar gedeeltelijk ontwikkelt als er tijdens de zwangerschap, de bevalling of kort daarna iets vervelends gebeurt. Als de moeder in die tijd zware emoties doorstaat door bijvoorbeeld een overlijden in de familie, een scheiding of een ernstige ziekte. Ook een zware bevalling, sterke medicijnen of drugsgebruik kunnen haar zo in beslag nemen dat ze emotioneel niet bij haar kind is.

Niet alleen zo’n mentale scheiding kan negatieve gevolgen hebben voor de hechting. Ook als moeder en kind vlak na de bevalling een poosje gescheiden worden doordat het kind in een couveuse moet verblijven, kan dat nadelig zijn voor de hechting.

Centrale gedachte bij Madrids therapie is dat een moeder niet twee tegengestelde emoties kan hebben. Zij kan niet tegelijk verdrietig zijn om bijvoorbeeld een sterfgeval èn blij zijn met haar nieuwe kindje. Vaak sluit een moeder zich dan af voor haar kind. Waarschijnlijk doet de natuur dat om het kind te beschermen tegen die heftige negatieve emotie. Dat gebeurt zonder dat de moeder daar wat aan kan doen.

 

Hoe werkt deze hechtingstherapie?

Tijdens het eerste gesprek wordt met de moeder gezocht naar een mogelijke gebeurtenis tijdens de zwangerschap, bevalling of kort daarna die misschien de hechting heeft verstoord.

Daarna worden deze gebeurtenissen verwerkt en wordt besproken hoe de zwangerschap of bevalling had kunnen verlopen zonder die nare gebeurtenis. Dit scenario wordt in hypnose of met EMDR geoefend tot de moeder het gevoel heeft dat het zo echt gegaan kan zijn. Die hele procedure kan in 3 of 4 sessies gedaan worden. Daarna blijkt dat het kind, zonder dat het bij de therapie geweest is (!) beter op de moeder reageert. Ze vormen dan meer een eenheid. Daarom wordt deze therapie ook wel herenigingstherapie genoemd. Groot voordeel van deze therapie is dat niet het kind maar de moeder centraal staat. De kinderen die vaak al onder grote druk staan of de therapie niet kunnen volgen worden dus niet meer belast.

Terecht schrijven Doris D’Hooghe en Layla Brack dat ‘sommige patiënten niet geloven dat hun ervaring de moeite waard is om ’traumatisch’ te noemen. Ze hebben vaak niet het verhaal of herinneringen om uit te leggen hoe traumatiserend hun ervaring is, omdat het trauma niet altijd een grote gebeurtenis is die iedereen het op dezelfde manier ziet. Dat kan ook het geval zijn als het gaat om de traumatische gebeurtenis zoals boven omschreven. De getraumatiseerde moeder zal in veel gevallen daarover niet spreken met haar kind en nog minder proberen het trauma te verwerken.

Narcisme

2.)        Doris D’Hooghe en Layla Brack melden dat als een ouder niet in staat is adequaat te reageren op het gehechtheidsgedrag van het kind, de ouder emotioneel niet beschikbaar is en dat gelijk is aan de afwezigheid van een ouder (Beverly, 1994).

Dat geldt zeker voor de invloed van narcisme in de opvoeding. Het is een persoonlijkheidstrek die vaak niet door iemand zelf herkend en of erkend word. Zelfs niet als er ernstig maatschappelijk disfunctioneren door ontstaat.

Aspirant pleegouders worden niet getoetst op dit punt. Mensen met een duidelijke narcistische persoonlijkheidsstoornis (DSM) zullen op- en uitvallen maar de scheidslijn tussen narcisme als stoornis en narcistische trekken is moeilijk vast te stellen. Toch verdient deze laatste ook aandacht bij selectie en voorbereiding van pleegouders op hun opvoedingstaken.

Dr. E. Brummelman onderzoekt het ontstaan en de gevolgen van narcisme. Hij en zijn collega’s ontdekten dat kinderen die overgewaardeerd worden narcistische trekken ontwikkelen die hen op dat moment maar ook later kunnen opbreken.

Narcistische opvoeders kunnen hun kind als uithangbord gebruiken om hun eigen ‘briljantie’ te etaleren.

Kind toont spierbalOvertuigd dat hun kind als individu specialer is en meer rechten heeft dan andere kinderen overstelpen ze hun kind doorlopend met complimenten. Opvoeder en kind kunnen daar zelf in gaan geloven. Vooral met loftuitingen als ‘fantastisch gedaan’, ‘ongelooflijk’ en ‘waanzinnig bijzonder’ geven ze impliciet aan het kind de boodschap om zich voortaan fantastisch, ongelooflijk en waanzinnig te gedragen. Als het kind dat probeert of zelfs gelooft dat het aan de opdracht voldoet zijn de rapen gaar. Een narcistisch kind heeft het moeilijk. Doorlopend moet het op de tenen lopen om aan de vaak onrealistische verwachtingen van zichzelf en opvoeder te voldoen.

 

Mag je dan nooit complimenteren?

Ja, natuurlijk wel. Om zelfwaardering te stimuleren zonder narcisme te kweken geeft Brummelman vier tips.

  1. Geef warmte zonder woorden: breng tijd met ze door; waardeer hun aanwezigheid en knuffel.
  2. Wees onvoorwaardelijk. Ouderlijke liefde moet iets zijn waarop kinderen kunnen rekenen, niet iets dan ze moeten verdienen.
  3. Prijs op een bescheiden manier. Prijs realistisch zodat het kind niet het gevoel krijgt dat het aan een uitzonderlijke norm moet voldoen om je waardering te krijgen. Bij een mooie tekening kun je beter zeggen ‘Die is mooi geworden, zeg!’ in plaats van ‘Wat een ongelooflijk mooie tekening!’
  4. Benoem de leerervaring, niet de sociale vergelijking. Ga niet mee in het competitieve van de samenleving. Sociale vergelijking door tegen een kind te zeggen dat hij of zij ‘de slimste van de klas is’ spoort het kind aan te denken dat het superieur is. Focus liever op zijn groei; ‘Ik zie dat je steeds beter bent in wiskunde, dat komt vast doordat je zoveel hebt geoefend.’

Conclusie

Een goed discussiestuk roept naast antwoorden ook vragen op. Dat doet de tekst van Doris D’Hooghe en Layla Brack ook. Vragen die vooral beantwoord kunnen worden door therapeuten die, zoals Doris D’Hooghe en Layla Brack, dagelijks te maken hebben met mensen in nood, door een nog onzichtbaar trauma, en daarvoor hulp zoeken.

De Madrid-therapie kan worden gebruikt bij moeders van ‘eigen’ kinderen. Opvoeders van kinderen, ongeacht hun geschiedenis, kunnen leren om ‘narcismevrij’ op te voeden. Maar hoe kun je de Madrid-therapie gebruiken om de gehechtheidsproblemen op te lossen in pleeg-en adoptiegezinnen?

En hoe is het mogelijk om de effecten van narcistisch ouderschap bij patiënten later in het leven ongedaan te maken? Hoe kun je nu, met terugwerkende kracht, de opvoeders van toen hun narcisme-bevorderende complimenten laten terugnemen en hun kind alsnog op een goede manier laten complimenteren?

  • Brummelman, Eddie; Bewonder mij! Overleven in een narcistische wereld 2019, Nieuwezijds B.V., Paperback, 224 blz., ISBN 9789057124730
  • D’Hooghe, Doris; ‘Invisible Attachment Trauma’  Traumacentre Belgium
  • Madrid, Anthony; Hechten ervaringen van moeders en therapeuten met moeder-kind hechtingstherapie 2014, Lecturium B.V. Vertaling J. Eland, Paperback, 118 blz., ISBN 9789048432516.
  • Madrid, Anthony; Handleiding hechtingstherapie De hereniging van moeder en kind 2014, Free Musketeers, Vertaling J. Eland, Paperback, 90 blz. EAN 9789048432523

 ©2020, Johan Eland

Geïnteresseerd geworden in hypnose? Om meer te weten te komen over hypnose vanuit algemene belangstelling of het volgen van een opleiding, meld je dan aan voor een gratis introducties, e-learing introductie hypnose of instapcursus hypnose.

Gerelateerde informatie