morpheus

Hypnotiseren een familiebedrijf

Van Griekse goden is Hypnos een minder bekende. Toch is hij een van de machtigste goden van de Olympus. Voor zijn macht buigen zich niet alleen stervelingen, maar ook alle goden. Het lukte hem zelfs om oppergod Zeus een paar keer in slaap te brengen.
Dat deed hij op verzoek van de godin Hera, de zus en echtgenote van Zeus. Als godin van het huwelijk staat ze symbool voor vruchtbaarheid. Meestal houdt ze een staf en een pauw vast en in veel mythologische verhalen is ze erg jaloers. Haar echtgenoot Zeus gaf haar daar ook alle aanleiding toe. Als Hera iets wilde doen dat Zeus verbood, riep ze Hypnos nog weleens te hulp. Zoals toen ze een akkevietje had met Herakles. Op haar verzoek liet Hypnos Zeus slapen, zodat ze zich ongestoord met Herakles kon bezighouden. Nadat Zeus ontwaakte was hij woest en slingerde een bliksem naar Hypnos. Om erger te voorkomen, nam Hypnos’ moeder, Nyx, het voor haar zoon op.

Beeld Three graces statue
Three graces statue – Oleksandriia Park’ by Uk-Kamelot

Toen in de Trojaanse oorlog de Achaïers dreigden te verliezen riep Hera ook de hulp van Hypnos in. Ze wilde dat hij Zeus zou afleiden, zodat ze de Achaïers kon helpen. Eerst weigerde Hypnos omdat zijn eerdere actie om Zeus te dwarsbomen bijna slecht was afgelopen. Maar hij gaf toe en veranderde zich in een vogel en terwijl Hera Zeus verleidde vloog Hypnos naar Poseidon om te vragen de Achaïers te helpen. Deze keer kwam Zeus er niet achter en als beloning mocht Hypnos een van de drie Gratiën (ook Chariten), tot vrouw nemen. Deze Vrouwen staan symbool voor de schoonheid, vruchtbaarheid, charme en creativiteit. Hypnos koos de jongste: Aglia (Pracht) ook wel Pasithea (in het Grieks ‘ontspanning’) Zij is de personificatie van ontspanning en meditatie.

De droomkinderen van Hypnos

Het aantal kinderen of oneiroi dat Hypnos en Pasithea kregen is onderhevig aan discussie en varieert van vier tot honderden. Alle oneiroi zijn dromen. Er zijn meer verhalen over het ontstaan van de oneiroi. Zo zou Hypnos honderden zonen gekregen hebben door maagdelijke voortplanting of parthenogenese, een vorm van ongeslachtelijke voortplanting.
De bekendste nakomelingen van Hypnos en Pasithea zijn Icelus, Morpheus, Phantasos en Phobetor.
Morpheus is volgens de oude Grieken de god van de dromen en leider van de dromen. Meestal zijn de oneiroi afgebeeld als demonen met zwarte vleugels.

Dromen

Beeld Morpheus
Morpheus

De Grieken dachten dat dromen boodschappen van de goden zijn. In alle verhalen stellen de Oneiroi iets voor dat in dromen voorkomt.
Icelus zorgt voor realistische dromen en dromen over dieren
Morpheus zorgt voor dromen over geliefden, helden en koningen (adel) Hij heeft de wonderbaarlijke gave om zich uit geven als elk mens. Hypnos stuurde hem iedere nacht op weg om als een geliefde te verschijnen in de droom van sterfelijken.
Phantasos zorgt voor fantasierijke dromen èn onbeweeglijke beelden
Phobetor zorgt voor de nachtmerries
De kinderen van Hypnos geven de mens nu eens sombere en dan weer vrolijke dromen, afhankelijk van door welke poort de dromen het paleis verlaten. Er is een lichte en een donkere poort. Homerus* schrijft erover: ‘Vreemdeling, voorwaar dromen zijn moeilijk en moeilijk te begrijpen; ook worden daarin voor de mensen niet alle dingen vervuld. Er zijn twee poorten van vage dromen, één is gemaakt van hoorn en één van ivoor. De dromen die door de portalen van bewerkt ivoor gaan, zijn bedrieglijk en bevatten berichten die nooit werkelijkheid worden. Maar de dromen die door de poorten van gepolijst hoorn komen, brengen een ware tijding, welke sterveling ze ook aanschouwt.’

Tekening gebouwMorpheus is meestal uitgebeeld als een slapend dik kind met vleugels. Hij houdt een vaas in de ene hand en papavers in de andere die hij zachtjes schudt om een slaperigheid op te wekken die hij zelf het toppunt van gelukzaligheid vindt. Morpheus wordt vaak gezien als eerste dienaar van Hypnos. Stervelingen doen een beroep op zijn goede diensten.
Niet verwonderlijk dat de Schotse dokter James Braid overeenkomsten zag met de verschijnselen van het dierlijk magnetisme. Hij onderzocht rond 1840 het dierlijk magnetisme en concludeerde dat het door de magnetiseurs geclaimde fluïdum niet bestaat. Hij dacht dat de trance veroorzaakt wordt door suggestie en verwant is aan de gewone slaap. Om dat onderscheid tussen het dierlijk magnetisme en de door hem vastgestelde verschijnselen te benadrukken verwees hij naar de god van de slaap Hypnos en gebruikte diens naam in de termen neurypnology en hypnotism. In een artikel voor een bijeenkomst van de British Association from Medici in 1842 verklaardde Braid hoe hij op die naam kwam.
Eerder had Baron D’Henin de Cuvillers (1755-1841) al moeite met de naamgeving van het magnetisme.
In de eerste nummers (1820 en een vervolg in 1823) van het door hem opgerichte ‘Archives du magnétisme animal’ bespreekt hij een aantal alternatieven. Maar liefst 312 woorden met het voorvoegsel ‘hypno’ houdt de baron tegen het licht. Aan bod komen onder meer hypnobate (slaap & wandelen) voor het somnambulisme, hypnoscope (slaapkijken), hypnomancie, hypnologie, hypnotique. D’Henin de Cuvillers werkt zijn gedachten over de naamgeving verder uit in zijn boek ‘Le magnétisme animal retrouve dans l’antiquite’(1821).

Met minder strubbelingen ontstaat het woord somnambulisme

A.M.J. de Chastenet de Puységur (1751-1825) magnetiseerde in 1784 de drieëntwintigjarige Victor Race om zijn borstaandoening te behandelen. Race kreeg niet de gebruikelijke magnetische crisis maar viel in slaap zoals slaapwandelaars. Hij kon slapend communiceren met de markies en sprak met hoge stem ‘veel lucider en verstandiger’ over de oorzaak, het verloop en benodigde behandeling van zijn kwaal.
Verwijzend naar de Romeinse God van de slaap Somnus noemde De Puységur deze slaap ‘kunstmatig somnambulisme’. Hij was ervan overtuigd dat de patiënten zelf de juiste behandeling voorschreven en noemde hen de ‘patiëntdokter’. De Puységur merkte dat de behandeling ook de behandelaar beïnvloedt en dat andersom niet alleen diens wil maar ook zijn stemmingen en gevoelens – positieve én negatieve, zoals teleurstelling en woede – in hoge mate het resultaat van de behandeling bepalen. Puységur’s werk lag aan de basis van talloze studies die uitmondden in de ontdekking van het onbewuste. De ontdekking van het kunstmatige somnambulisme was belangrijk voor een aantal studies van klinisch-psychologische aard die leidden tot het gebruik van hypnose als medisch-psychotherapeutisch hulpmiddel waaruit later de psychoanalyse ontstond.
In die ontwikkeling worden ook de familieleden van Hypnos betrokken. Morpheus en zijn broers zorgen in de hypnotherapie voor helende dromen die in de psychoanalyse voor verklaringen gebruikt worden. Hypnos’ zus Lethe speelt vele rollen. Zowel ongewenst als opzettelijk verlies van herinneringen doet zich in vele vormen voor. Ze houdt spontaan traumatische gebeurtenissen weg uit het bewustzijn en kan in therapieën   te hulp geroepen worden om nare gedachten te leren vergeten.
Achter veel helden staat een niet minder krachtige heldin. Bij Hypnos is dat niet anders. Hij trouwde Pasithea, de jongste gratie. Zij zorgt voor ontspanning en meditatie. Vooral ontspanning heeft Hypnos nodig om zijn volgelingen in slaap te brengen. Alleen dan kunnen Morpheus en zijn broers hun droomwerk doen.
Alleen door de bijdragen van Hypnos én Pasithea en hun kinderen kan de slaap een therapie zijn. De combinatie van Hypnos en therapeuoo (= Grieks voor verzorgen) maakt van hypnose een hypnotherapie.
De kunst van de therapeut is om ook de hulp in te roepen van andere mythologische figuren zoals
Chloris (natuur), Chronos (tijd), Hygieia (gezondheid), Kratos (kracht), Metis (wijsheid), Nikè (overwinning), Philotes (affectie), Themis (orde), Zelus (ijver), Clio (de geschiedschrijving), Erato (de liefdespoëzie), Euterpe (het fluitspel), Kalliope (de epische poëzie).
De belangstelling voor Hypnos en zijn familie is nooit verdwenen. In gedichten en gebeden wordt de almacht van de slaap benadrukt. In onderstaand gebed wordt hem gevraagd zijn geheime goddelijke gave te gebruiken bij alle menselijke werken. Belangrijk daarbij is de bescherming tegen zijn broer Thanatos en zorgen te verzachten, vermoeidheid te verdrijven en bedroefden te troosten. Ook de vergetelheid die Hypnos kan geven staat hoog aangeschreven.

Gebed tot Hypnos

Aan Hypnos,

Aan Hypnos,

Liefhebber van Papavers. Hypnos, koning van Goden, en van sterfelijke mensen,
soeverein van allen, bekrachtigd door moeder aarde;
uw is de machtigste alleenheerschappij over alle gekende dingen.

Uw is elke heilzame geest in alle andere banden dan die binden met brons,

Temmer van zorgen, verkwikker na zware arbeid, en trooster van bedroefden.
Uw aangename banden behouden de ziel en
beschermen tegen de grootste angst voor Thanatos met een stroom van vergetelheid.

Acht de mensen uw echte broeders, aanvaard mijn gebed,
en voeg uw geheime goddelijke gave aan hun werken toe.
Orphic Hymn 85 aan Hypnos

Portret Prosper van Langendonck
Prosper van Langendonck (1862-1920)

Ook dichters verwerkten door de eeuwen heen hun visie op Hypnos en zijn familie in hun poëzie. Vooral Lethe en Morpheus zijn in hun gedichten aanwezig. De poëten benadrukken vooral de almacht van de slaap en de vergetelheid die daar meekomt. De droom is naast de liefde wellicht het meest voorkomende thema waar dichters hun kunsten aan wijden. P. Langendonck zag zelfs therapeutische waarde in de vergetelheid.

Bierens de Haan vat alle kenmerken van Hypnos samen. Hij noemt Hypnos de ‘stille demper van den dag die al wat ademt in één bond te zamenbind in ‘den vredebond van uwen slaap.’
En voert naar het droomland: ‘Daar heerscht geen koning, weent geen bedelaar,’

De Lethe

Prosper van Langendonck

Log stuwt de Lethe hare loome baren,
als onbewuste droomen, naast het veld
van louter licht en vreê, waar alles meldt:
Hier komt ge in ‘t Rijk der eeuwge rust gevaren.

De schimmen, die onlijdlijk ommewaren,
schonk zij vergetelheid, en zalig welt
de bron van ‘t ware leven, en nu smelt
de ziel in kalmte, nooit op aarde ervaren.

Toch, als bij een, wien nog, in klaren dag,
een droom kwelt, dien hij tracht en niet vermag
te wekken, komt een wolk soms ‘t oog omzweven.

Vergeten deed de Lethe ‘t aardsche leven…
Zij poogde … en toch niet gansch verdoofde zij
den angst der zielen en haar noodgeschrei.

Portret J.D. Bierens de Haan
J.D. Bierens de Haan 1866-1943

HYPNOS

(Brit. Mus. Hellenist. Skulptuur)
J.D.Bierens de Haan. MCMXXXIX

Gevleugeld droomhoofd met den teedren lach

Meewarig, die geheime sproken fluistert
In menschlijk oor en rustig aandacht kluistert –
J.D. Bierens de Haan 1866-1943)
Gij stille demper van den dag;

Gij zegenaar, die kind bevangt en knaap
en man en maagd en uitdooft alle namen,
en voert wat ademt in één bond te zamen,
den vredebond van uwen slaap.

Heb ik u niet langs sterren zweven zien,
waar op uw vleugel zilvren vonken sprenken?
en uit uw kruik het doovend maansap schenken,
gij neuriënd uw melodiën?

Ik weet de wonderen die gij verhaalt:
dat in een wereld, afgekeerd van de aarde
ligt een landouw en stille bloemengaarde
waarheen de ziel in slaap verdwaalt.

Daar heerscht geen koning, weent geen bedelaar,
en ’t hart vermoedt geen krijg noch wereldzorgen,
maar in één rijk voere’alle welgeborgen
het zinnend leven met elkaar,

En zwoele geuren spreidt Vergetelheid
of duizend donkre bloemen haar omgaven,
en ‘k hoor ’t geroep der nachtelijke raven,
herauten van uw droombeleid.

En, kondigend in uw mysterietaal,
die geen verstaat in ’t dagelicht der uren
van werk en taak, maar in de binnenmuren
van uw verborgen tooverzaal,

Zingt gij: het wezen is universeel,
één zijn, één zin, één leven al te gader,
dat wie van hier of wie van ginder nader,
dat elk ontvangt hetzelfde deel.

Kom nu nabij mij, broeder van den dood,
strijk over mij met uwen vleugelveder,
besprenkel mij met uwen adem teeder,
want reeds verkleurt ter kim mijn avondrood.

Beeld British museumBierens de Haan verwijst naar dit beeld dat te zien is in het British Museum. Het is mogelijk Romeins, het zou dus eigenlijk Somnus moeten heten en dateert uit de 1e-2e eeuw AD;
Het is gevonden in Civitella d’Arno, bij Perugia, Italië.

[box] Conclusie: 
De keuze van Braid om het dierlijk magnetisme te herdopen in hypnose was eigenlijk te veel eer voor Hypnos, de god van de slaap.
Hypnose kan weliswaar veel lijken op slaap maar is het niet. Uit modern eeg-onderzoek blijkt dat hypnose en slaap verschillende hersengolven produceren. Ook verschillende trancediepten met hun eigen kenmerken kunnen nu goed gemeten worden.
Eigenlijk kan Hypnos niks op eigen houtje. De hypnose zonder verdere suggesties (zogenaamde stomme hypnose) vermag op zichzelf weinig. Die is ontspannend en verhoogt de suggestibiliteit. Daarmee is Hypnos dienstbaar aan andere, mindere goden.
Dat komt ook tot uitdrukking in de vele hypnotherapeutische technieken. Voor geleide fantasieën en dromen in hypnose hebben we Morpheus en zijn vele broertjes nodig. Hypnos en Hygiega kunnen samen zorgen voor een goed verloop van medische behandelingen zoals herstel van operaties en bij tandheelkundige ingrepen door pijn weg te nemen, bloedingen te stelpen, enzovoort.
Chronos kan Hypnos helpen in het vervormen van de tijd. Net als Clio, die gaat over de geschiedenis, kunnen ze de patiënt helpen om nare herinneringen te herkaderen.
Onzekere patiënten kunnen van de therapeut een ego-versterking aangeboden krijgen. Hypnos en Calliope, de godin van de epische fantasie vormen een goed span om met dromen en imaginaties de patiënt te leren zich heldhaftiger te voelen.
En wat te denken van Metis. Hij gaat over de wijsheid en hij zou goed werk doen in imaginaties als wijze oude man of vrouw die de patiënt goede raad geeft en het juiste levenspad adviseert.
Het is aan de hypnotherapeut om de hulp in te roepen van de juiste hulpgoden. Hij of zij kan zich daarbij laten inspireren door de talloze mythologische verhalen en het werk van de betreffende goden daarin. Hij zoekt als het ware de antecedenten van de betreffende goden en verwerkt die in zijn therapeutische suggesties.
Tevens zal dan blijken dat er nogal wat goden aan de zijlijn toekijken. Wat te denken van Niké, Philolotes enzovoort.