"Stel je een modern stedelijk landschap voor tijdens de schemering, met op de voorgrond een jonge vrouw die moderne kleding draagt en lang, golvend haar heeft dat tot haar enkels reikt. Ze staat op een hoog balkon van een glazen wolkenkrabber, kijkend naar een hypnotiserende, gloeiende spiraal die in de lucht zweeft en licht projecteert dat haar gezicht en haar betovert. De stadslampen op de achtergrond creëren een bokeh-effect, wat bijdraagt aan het dromerige en betoverende gevoel van de scène. De reflectie van de spiraal en de stadslichten op het glazen oppervlak van de gebouwen rondom versterkt de magische sfeer. Het beeld moet een gevoel van verwondering en moderne magie oproepen, waarbij de focus ligt op de interactie tussen de vrouw (Rapunzel) en de hypnotiserende elementen, die de connectie met hypnose symboliseren."

Aangeleerde hulpeloosheid & hypnose

Hikikomori & Rapunzel

Foto van jongen die geisoleerd leeft
Een jonge Japanse man die in 2004 leefde als een hikikomori. bron: Wikipedia

Jeugd-hulpverleners signaleren een groeiend probleem onder jongeren en jongvolwassenen: een totale terugtrekking uit de maatschappij. Het is niet ongewoon dat jongeren zich weleens een dagje thuis opsluiten om te gamen, maar bij steeds meer jongeren duurt hun isolatie maanden of zelfs jaren. Een uitzichtloze situatie. Het fenomeen dat in Japan al langer bekend is heet daar hikikomori. Jongeren trekken zich voor lange tijd terug uit het openbare leven, komen zelden het huis uit en hebben vrijwel geen sociaal leven.
Illustratie van Rapunzel met lang haarHet is een vorm van hulpeloosheid die doet denken aan het sprookje ‘Rapunzel’. Daarin wordt Rapunzel als baby door een heks meegenomen en opgesloten in een hoge toren, zonder deuren of trappen. Haar enige contact met de buitenwereld is haar lange haar, waarmee de heks de toren binnenklimt. Rapunzel zit jarenlang gevangen, afhankelijk van de heks voor alles en doet weinig om te ontsnappen. Op een dag hoort een prins haar zingen. Hij klimt langs haar haar naar boven en ze worden verliefd. Samen bedenken ze een plan om te ontsnappen, maar de heks ontdekt het en snijdt Rapunzels haar af.

Gemeenschappelijke kenmerken van een Hikikomori en Rapunzel zijn hun afhankelijkheid, ze ziten maar te wachten tot iemand anders (ja, die prins) redding brengt. Ze hebben geen controle over hun leven, anderen hebben de touwtjes in handen. Beiden zijn op zichzelf, ze zitten in een hoge toren, zonder deur of trap of in een kamertje zonder contact met de buitenwereld. Rapunzel heeft tenminste nog haar lange haar waarmee zowel de gemene heks als de prins naar boven kunnen klimmen. Voor eten, gezelschap en noem maar op is Rapunzel afhankelijk van de heks, de hikikomori van zijn familie. Meestal zijn het de ouders die eten voor de deur zetten van de kamer waarin de hikikomori zich heeft teruggetrokken.

Aangeleerde hulpeloosheid

In 1967 bedacht onderzoeker Martin Seligman een theorie over wat hij ‘aangeleerde hulpeloosheid’ noemde en onderbouwde zijn idee met experimenten met honden. Seligman en zijn collega’s deden honden in een soort harnas waar ze geen controle over hadden en gaven ze elektrische schokken. Een paar honden konden met een hendel de schokken stoppen; de rest kreeg die hendel niet. Voor die laatste honden maakte het niet uit wat ze deden; ze konden de schokken niet stoppen.
Later werden deze honden in een kist gezet met in het midden een laag schot zodat ze gemakkelijk naar de andere kant konden springen. Aan één kant van de kist werden elektrische schokken gegeven. De honden die eerder de schokken konden stoppen met de hendel sprongen snel naar de andere kant van de kist om de schokken te vermijden. Maar de honden die eerder hadden geleerd dat ze geen controle hadden, deden meestal niets. Ze bleven liggen en accepteerden de schokken, zelfs al konden ze die gemakkelijk vermijden door over het schot te springen. Ze hadden geleerd hulpeloos te zijn. Dit experiment toont aan dat als mensen of dieren vaak genoeg iets negatiefs ervaren en ze denken dat ze er niets aan kunnen doen, het na een tijdje gewoon opgeven. Ze leren dat het geen zin heeft om te proberen, dus waarom zouden ze nog moeite doen? Dit idee helpt ons te begrijpen waarom sommige mensen zich gevangen of machteloos voelen in hun leven, ook al zijn er misschien wel kansen om hun situatie te verbeteren.

Kwetsbare bevolkingsgroepen en collectieve hulpeloosheid

Hoewel aangeleerde hulpeloosheid geenszins voorbehouden is aan vrouwen zorgen historische en sociale factoren ervoor dat vooral vrouwen in bepaalde prive-situaties bijzonder vatbaar zijn voor dit fenomeen.
Vrouwen die te maken hebben met huiselijk geweld, vooral over langere periodes, kunnen zich gevangen voelen, zekerals eerdere pogingen om te ontsnappen hebben geleid tot meer geweld. Dit gevoel van gevangenschap wordt nog verergerd door emotionele mishandeling, zoals doorlopende vernedering, manipulatie en gaslighting[1]. Dit kan hen het gevoel geven waardeloos te zijn en de mishandeling te ‘verdienen’. Dat gevoel wordt soms versterkt door culturele en religieuze normen.
Sommige culturen of gezinnen ontmoedigen vrouwen om een opleiding of carrière na te streven, terwijl anderen strenge regels opleggen voor gedrag, kleding en hun rol in het gezin. Bovendien wordt vrouwen soms de controle over hun voortplantingskeuzes ontnomen, zoals door gedwongen of kindhuwelijken, of wanneer hen anticonceptie wordt ontzegd. Financiële afhankelijkheid kan dit gevoel van hulpeloosheid nog verder verdiepen, vooral als een vrouw geen eigen financiële middelen heeft. Tot slot kan systematische isolatie van familie en vrienden iemand zich gevangen en hulpeloos laten voelen, en de mogelijkheid van een cruciaal steunnetwerk ontnemen.
Het is belangrijk te benadrukken dat aangeleerde hulpeloosheid een reactie is op herhaalde en onvermijdelijke negatieve situaties.
Vrouwen, ook in Nederland en Vlaanderen, lopen tegen uitdagingen aan zoals minder salaris dan mannen en te weinig plekken aan de top in bedrijven en politiek. Vaak komt dat door vooroordelen over geslacht, ingebakken seksisme en oude tradities. Bovendien krijgen meisjes op school te weinig voorbeelden van vrouwen in STEM-vakgebieden (Science, Technology, Engineering, Mathematics). Door deze factoren kunnen vrouwen zich machteloos voelen, wat hun zelfvertrouwen en carrière kan beïnvloeden.

Andere kwetsbare groepen

Niet alleen vrouwen ervaren machteloosheid in hun dagelijkse leven. Er zijn meer groepen die hier tegenaan lopen zoalsetnische minderheden. Stel je voor dat je elke keer als je solliciteert afgewezen wordt, niet vanwege je kwalificaties, maar omdat je naam ‘anders’ klinkt. Of dat je voortdurend te maken hebt met vooroordelen, simpelweg vanwege je huidskleur. Deze confrontaties kunnen leiden tot het gevoel dat hard werken en je best doen niet genoeg is, dat je vastzit in een patroon waar je weinig aan kunt veranderen. Daarnaast zijn er mensen met een handicap. Zij kunnen praktische grenzen tegenkomen, zoals gebouwen zonder rolstoeltoegang of openbaar vervoer dat niet is aangepast. Maar er zijn ook onzichtbare hindernissen. Denk aan sollicitatiegesprekken waarbij de werkgever alleen ziet wat iemand niet kan, in plaats van te letten op wat iemand wél in huis heeft. Of alledaagse situaties waarbij mensen hen onbedoeld behandelen alsof ze hulpeloos zijn, ook al zijn ze dat niet. Dit  kan leiden tot aangeleerde hulpeloosheid. Het gevoel dat wat je ook doet, het toch niet uitmaakt.

Politieke invloed & aangeleerde hulpeloosheid.

Ouderwetse poster van vrouw met arm omhoog en vuist gebald
We Can Do It!’ een Amerikaanse poster uit de Tweede Wereldoorlog, gemaakt door J. Howard Miller in 1943 voor Westinghouse Electric, bedoeld om het moreel van vrouwelijke werknemers te versterken. Wikipedia. .
Logo met Yes we Can
Logo van de Yes we can clinics met vestigingen in Hilvarenbeek en Eindhoven

Historische en sociale factoren zorgen hier ervoor dat vooral vrouwen in bepaalde privé-situaties extra vatbaar zijn voor dit fenomeen.
Ook in Nederland en Vlaanderen kunnen politieke systemen op subtiele manieren bijdragen aan het gevoel van aangeleerde hulpeloosheid.
Als we kijken naar de relatie tussen het verkiezingssysteem en het gevoel van hulpeloosheid, spelen verschillende factoren een rol. Een daarvan is de bezuiniging op sociale voorzieningen, wat voor veel mensen die ervan afhankelijk zijn, een verlammend gevoel van ‘de overheid doet er toch niets aan’ kan veroorzaken. Dit kan hen ontmoedigen om zich actief met politiek te bemoeien. Daarnaast kan het politieke streven naar een ‘participatiemaatschappij’ soms leiden tot een stigma op mensen die steun nodig hebben, waardoor ze zich geïsoleerd en buitenspel gezet voelen in beleidsbesluitvorming.’
Het ingewikkelde politieke systeem kan mensen het gevoel geven dat hun stem niet telt, waardoor ze minder geneigd zijn om iets te ondernemen.’
Tot slot kan de nadruk van media en politiek op persoonlijke verantwoordelijkheid, zonder te kijken naar het grotere plaatje van het systeem, mensen het gevoel geven dat het allemaal hun eigen schuld is, wat hun gevoel van hulpeloosheid versterkt.
Door de razendsnelle uitwisselingen van politieke en culturele waarden tussen westerse landen zien we ook de Amerikaanse idealen overal verschijnen. De zg Amerikaanse ‘Can-Do’ Attitude: met de culturele nadruk op individualisme en zelfredzaamheid. In die mentaliteit vinden we de ‘Quick fix’-oplossingen die veel schade veroorzaken.
Ontelbare boeken, cursussen en behandelingen die quick fix-oplossingen aanbieden, zoals crashdiëten, pillen om binnen een week te stoppen met roken of e-books die beloven dat je in drie dagen gelukkig wordt of andere snelle en gemakkelijke antwoorden op complexe problemen. Als die niet werken, wat vaak gebeurt, kunnen mensen zich ontmoedigd voelen. Bij herhaald falen, zoals het snel weer aankomen na een dieet of het opnieuw beginnen met roken, kan dit gevoel leiden tot ‘aangeleerde hulpeloosheid’.

Romans

Veel boeken tonen hoe politieke invloed kan uitgroeien tot horrormaatschappijen en hoe macht, controle en tradities mensen en groepen het gevoel geven dat ze niks kunnen veranderen. De hoofdpersonen hierin strijden vaak tegen dit gevoel en zoeken naar manieren om het te overwinnen.
De roman Brave New World’ van Aldous Huxley beschrijft een toekomstige samenleving waarin mensen genetisch zijn ontworpen voor specifieke functies en rollen. Ze worden geconditioneerd om tevreden te zijn met hun lot zonder vragen te stellen of tegen het systeem in te gaan. Door het gebruik van een drug genaamd Soma, die gelukzaligheid biedt zonder bijwerkingen, worden de burgers aangemoedigd om nooit ongemak of ontevredenheid te voelen. Hierdoor ontstaat een diepgeworteld gevoel van hulpeloosheid, doordat mensen  nooit leren anders te denken of te voelen.
Even bekend is ‘1984’ van George Orwell. Daarin wordt Winston systematisch gemanipuleerd door de Partij en Big Brother. Zijn pogingen om zich tegen het systeem te verzetten worden voortdurend gedwarsboomd. Met manipulatieve technieken zoals hersenspoeling in het Ministerie van Liefde, wordt hem geleerd dat verzet zinloos is. De doorlopendeobservatie en de mantra ‘Big Brother is watching you’ benadrukken deze aangeleerde hulpeloosheid.

Historische context van aangeleerde hulpeloosheid

Religie: bron van kracht of machteloosheid?

Foto van de voet van een olifant met een ketting eromheen
Een jonge olifant leert met een sterke ketting dat ontsnappen onmogelijk is. Als volwassene zou hij dezelfde ketting makkelijk kunnen breken, maar hij blijft toch passief. Een voorbeeld van aangeleerde hulpeloosheid. Photo: Unsplash- Loïc Fürhoff

Wie in bovenstaande opsomming van oorzaken van aangeleerde hulpeloosheid bij vrouwen vooral de hand ziet van de islam vergeet dat de westerse samenleving doordrenkt is van christelijke normen en waarden. Velen zijn bewust of onbewust opgegroeid met allerlei christelijke kerkelijke dogma’s die weinig ruimte laten voor eigen initiatief en zelfbeschikking. Religieuze overtuigingen variëren van predestinatie, waarbij alles vooraf bepaald is door een hogere macht, tot ideeën over zonde en schuld die gevoelens van verdiend lijden kunnen oproepen. Gemeenschappen met een strikte hiërarchie kunnen sommige groepen het gevoel geven dat ze weinig controle hebben. Bovendien kan de overtuiging dat enkel de eigen religieuze groep de waarheid kent, leiden tot weerstand tegen externe inzichten. Geloof in ‘Gods alomvattende wil’, strikte seksuele normen, een naderend ‘einde der tijden’, en een sterk gebod tot gehoorzaamheid kunnen allemaal bijdragen aan gevoelens van fatalisme en hulpeloosheid.
Aangeleerde hulpeloosheid ontstaat ook wanneer groepen herhaaldelijk geconfronteerd worden met onoverkomelijke uitdagingen. Als dit sentiment zich verspreidt binnen grotere gemeenschappen, ontstaat er een collectieve vorm van hulpeloosheid. Dit fenomeen is diep geworteld in onze geschiedenis en cultuur. Dit komt voor in bezette landen die langdurig onderworpen wordem een onderdrukkend regime.
Het Boeddhisme herinnert ons eraan dat lijden een kernaspect van het leven is, terwijl middeleeuwse literatuur zoals die over koning Arthur de onvermijdelijkheid van tragische uitkomsten illustreert. Existentialisme gaat nog verder door te stellen dat het leven inherent zonder doel is, wat een zwaar gevoel van machteloosheid kan oproepen.
Tegelijkertijd hebben onderdrukte generaties, zoals in slavernij, diepe littekens achtergelaten in de vorm van collectieve hulpeloosheid. Echter, filosofieën zoals het Stoïcisme bieden een tegenwicht door te benadrukken dat we misschien niet de loop van gebeurtenissen kunnen sturen, maar wel meester zijn over onze reacties erop.

Manipulatie: het mechanisme van aangeleerde hulpeloosheid

Groepsmanipulatie

Manipulatie is een sleutelinstrument bij aangeleerde hulpeloosheid, of het nu om één persoon of een groep gaat. Dit kan zowel zijn bij het bewust of onbewust veroorzaken ervan, als bij de manier waarop individuen en groepen ermee omgaan om er het beste van te maken.
Ook bij collectieve hulpeloosheid werkt manipulatie vaak subtiel en sluimerend, waardoor grote groepen zich onbewust overgeven aan machteloosheid. Bij het veroorzaken van dit gevoel spelen hypnose en massasuggestie een grote rol. Deze tactieken kunnen overtuigingen versterken, zoals het idee dat persoonlijke inspanningen weinig zin hebben. Door emoties te bespelen, bepaalde boodschappen voortdurend te herhalen en te steunen op gezaghebbende figuren, kunnen mensen worden beïnvloed. Neem bijvoorbeeld een populaire reclamecampagne die beweert dat je een bepaald merk moet dragen om ‘erbij te horen’. Het gevolg? Wie niet meedoet, kan zich vervreemd of buitengesloten voelen.
De media, met hun vermogen om verhalen te kiezen en herhalen, versterken dit gevoel van hulpeloosheid. Een voortdurende focus op schijnbaar onoplosbare problemen kan de maatschappij ervan overtuigen dat sommige uitdagingen niet te overwinnen zijn. Hierbij komt de manipulatieve invloed van bepaalde politieke of religieuze groeperingen die, met hun eigen agenda’s, mensen het gevoel kunnen geven weinig zeggenschap te hebben over hun eigen bestemming, metstrenge religieuze dogma’s, die verkondigen dat het lot onveranderlijk is.
Om dit gevoel van collectieve hulpeloosheid tegen te gaan, is het cruciaal dat we de subtiele mechanismen van manipulatie herkennen. Door dit te doen, kunnen we strategieën ontwikkelen om individuen en gemeenschappen meer zelfvertrouwen en controle te geven over hun toekomst. Om dit alles te begrijpen en er iets tegen te doen, moet je deze trucjes herkennen en manieren zoeken om mensen weer het gevoel te geven dat ze wél invloed hebben op hun leven.

Manipulatie als copingmechanisme

Manipulatie werk ook de andere kant op. Zoals de groepen bewerkt worden manipuleren ze zelf ook. Net als Rapunzel de heks en de prins met haar charme en lange haar naar zich toe trekt, gebruiken groepen vergelijkbare manieren om zich niet machteloos te voelen en invloed te krijgen. Het lijkt een grootschalige versie van het Rapunzel-syndroom. Sommige groepen gooien emotionele ‘haren’ uit, zoals een actiegroep die sentimentele foto’s gebruikt om mensen hun kant op te trekken. Anderen spelen een soort informatiespel zoals de heks die het pad zo bepaalt dat je alleen haar kant op kunt. Ze vertellen bijvoorbeeld een verhaal om hun tegenstanders in een kwaad daglicht te stellen. En dan zijn er groepen die het verleden als een soort emotioneel touw gebruiken om iets in het heden gedaan te krijgen. Zij gebruiken een grootschalige emotionele chantage om bijvoorbeeld subsidies te krijgen. Door deze ‘Rapunzel-trucs’ te herkennen, kun je beter inschatten wanneer een groep probeert je naar zijn hand te zetten. Het helpt je om te zien of je wordt uitgenodigd voor een redding of dat je eigenlijk in een val trapt.

Literatuur, folklore en aangeleerde hulpeloosheid

Boeken en volksverhalen helpen ons al eeuwen om te laten zien wat we belangrijk vinden en hoe we ons gedragen.
Deze verhalen hebben niet alleen de kracht om culturen en generaties te verbinden, maar ook om individuele en collectieve psychologie te beïnvloeden. Een van de meest doordringende thema’s in deze verhalen is aangeleerde hulpeloosheid – de overtuiging dat men geen controle heeft over de gebeurtenissen in het leven, ongeacht persoonlijke inspanningen.
Door verhalen en volksverhalen zien we hoe mensen soms worden gemanipuleerd en zich daardoor hulpeloos voelen. Deze verhalen laten ons niet alleen zien hoe mensen dit gaan geloven, maar ook hoe ze er soms uit kunnen komen. Zo begrijpen we beter hoe groot de invloed van deze verhalen is op wat we denken en voelen, inclusief het idee dat we hulpeloos zouden zijn.
In sprookjes zien we vaak dat personages worden gemanipuleerd en dat dit kan leiden tot aangeleerde hulpeloosheid. Neem Assepoester: haar stiefgezin houdt haar zo onder de duim dat ze gelooft nooit iets beters te verdienen. Pas met hulp van buitenaf, de goede fee, durft ze voor zichzelf op te komen. Dan heb je de prinses uit ‘De Kikkerkoning’. Ze voelt zich door de kikker gedwongen om een belofte na te komen, ook al ziet ze dat niet zitten. Dit sprookje laat zien dat eerlijk zijn wordt beloond, maar ook dat manipulatie je in een positie van hulpeloosheid kan plaatsen. En kijk naar Sneeuwwitje: ze wordt door de boze koningin overgehaald om een giftige appel te eten, waarna ze volledig hulpeloos wordt. Deze verhalen laten zien hoe manipulatie kan leiden tot gevoelens van machteloosheid.

Manipulatie als copingmechanisme

Individuele manipulatie

Beeld van sneeuwitje figuur
Emotionele manipulatie Photo by King Lip on Unsplash

Paradoxaal genoeg kunnen mensen die zich hulpeloos voelen, manipulatie gebruiken om enige vorm van controle over hun omgeving terug te krijgen.

  1. Zielige verhalen: Stel, iemand vertelt je steeds weer hoe slecht hij of zij het heeft, compleet met dramatische details. Na een tijdje begin je te denken: ‘Die persoon heeft echt hulp nodig!’ Dit heet manipulatie voor sympathie. Het is alsof ze je zachtjes programmeren om hen te helpen, net zoals bij hypnose.
  2. Emotionele druk: Een andere tactiek is emotionele chantage. Bijvoorbeeld, iemand zou kunnen zeggen: ‘Als je echt om me geeft, dan zou je dit voor me doen.’ Ze spelen in op je schuldgevoel of angst om je over te halen iets te doen wat je anders niet zou doen.
  3. Manipulatieve suggesties of ‘suggestieve sturing’. Iemand kan steeds opmerkingen maken als ‘Je wilt me toch wel helpen, hè?’ Ze planten een zaadje in je hoofd dat steeds verder groeit, tot je uiteindelijk toegeeft. Het is een beetje als de trucs die een hypnotiseur gebruikt om je in een bepaalde richting te sturen.

Het is belangrijk om dit soort dingen te herkennen. Want als je weet wanneer en hoe iemand suggestieve technieken gebruikt, kun je beter beslissen of je echt wilt helpen of dat je wordt gemanipuleerd.

Wetenschap & onderzoek

Aangeleerde hulpeloosheid bij ratten heeft een relatie met verlaagde serotonine-niveaus in de hersenen. Onderzoek uit 1992 van Petty, Kramer en Wilson richt zich op het voorkomen van ‘aangeleerde hulpeloosheid’, en het verband daarvan met de serotonine in de hersenschors. De studie suggereert dat er een verband is tussen de hoeveelheid serotonine in de hersenen en de neiging om aangeleerde hulpeloosheid te ontwikkelen. De bevindingen kunnen implicaties hebben voor de behandeling van aandoeningen zoals depressie.
In een andere studie gaven A. Nijssen en P. R. Schelvis ratten het anti-angst medicijn chlordiazepoxide. Ze kregen dit medicijn vóór ze werden blootgesteld aan een stressvolle situatie, of vóór een ontsnappingstest een dag na de stress. Alleen in die tweede situatie reageerden de ratten sneller. Uit het onderzoek bleken de ratten, na de stressor ‘elektrische schok’, zo angstig dat dit hun normale gedrag verhinderde. Dit ondersteunt eerdere theorieën, zoals die van Weiss en studies zoals die van Drugan en anderen, die aangeven dat angst centraal staat bij het ontwikkelen van hulpeloosheid.
Onderzoeken beperkten zich niet tot ratten. In latere onderzoeken met mensen werd vaak gebruik gemaakt van onoplosbare puzzels of taken waarin feedback werd gemanipuleerd om het gevoel van gebrek aan controle te induceren.
Er zijn ook vragenlijsten ontwikkeld om de neiging tot aangeleerde hulpeloosheid te meten. Eén daarvan is de ‘Attributional Style Questionnaire’ (ASQ), waarmee gemeten wordt hoe mensen oorzaken toekennen aan goede en slechte gebeurtenissen. Mensen met een ‘hulpeloze’ attributiestijl hebben de neiging om negatieve gebeurtenissen toe te schrijven aan persoonlijke, blijvende en alomtegenwoordige oorzaken. Deze attributiestijl is gerelateerd aan aangeleerde hulpeloosheid.
Psychologisch onderzoek was onder meer het Stanford Prison Experiment. Daarin werden deelnemers willekeurig als ‘bewakers’ of ‘gevangenen’ ingedeeld. De ‘bewakers’ begonnen al snel hun macht te misbruiken, terwijl de ‘gevangenen’ het misbruik zonder verzet ondergingen. Dit laat zien hoe machtsdynamieken kunnen bijdragen aan het gevoel van hulpeloosheid.
Minder vrijwillig ontstaat het Stockholm-syndroom. Dit fenomeen treedt op wanneer gijzelaars empathie en sympathie ontwikkelen voor hun gijzelnemers. Het kan beschouwd worden als een vorm van aangeleerde hulpeloosheid, waarbij de gijzelaars deze sympathie als overlevingsstrategie gebruiken.

Behandelingsmogelijkheden: hypnotherapie

Ondanks dat er veel mensen onder lijden en er veel omstandigheden zijn die kwetsbare mensen aangeleerde hulpeloosheid bezorgen is er opvallend weinig onderzoek gedaan naar mogelijke bijdragen van hypno- en suggestietherapieën voor die mensen.
Klinisch hypnotherapeut Dr. Tracie O’Keefe DCH benadrukte in haar bijdrage aan een Australisch congres de rol van hypnotherapie als middel om aangeleerde hulpeloosheid en depressie bij vrouwen te bestrijden. In het licht van de culturele achtergrond van Australië, waar vrouwen vaak lager gewaardeerd worden dan mannen, stelt Dr. O’Keefe dat hypnotherapie een goede en snelle manier is om het zelfbeeld en de zelfredzaamheid van vrouwen te versterken zonder te hoeven terugvallen op overmatig voorgeschreven medicijnen.
Om aangeleerde hulpeloosheid aan te pakken kan suggestietherapie, eventueel in combinatie met hypnose, worden gebruikt. In elk geval zal een maatpakket tussendoelen nodig zijn
In deze therapeutische setting worden specifieke suggesties aangeboden om de volgende tussendoelen te bereiken:

Geloof in eigen kunnen ‘Overtuig de patiënt dat hij zelf dingen kan veranderen.’
– Suggestie: ‘Van binnen heb je de macht om je leven te sturen en moeilijke dingen aan te pakken.’
Zelfvertrouwen en veerkracht ‘Help de patiënt zelfvertrouwen te krijgen en om te gaan met lastige situaties.’
– Suggestie: Alles wat je meemaakt, goed of slecht, maakt je natuurlijk sterker voor wat nog komt.’
Stressmanagement ‘‘Omgaan met Angst of Stress.’
– Suggestie: ‘Je leert manieren om chill te blijven omdat het dan spannend of stressvol is.’
Sociale verbondenheid ‘Versterken van Sociale Relaties.’
– Suggestie: ‘Je hoeft het niet altijd alleen te doen want samen sta je sterker.’
Probleemoplossende Vaardigheden ‘Aanleren van Probleemoplossende Vaardigheden.’
– Suggestie: ‘Een probleem is een uitdaging die jij oplost omdat je dat kunt.’
Loslaten van het verleden Overtuig de patiënt het nut van het verleden loslaten maar te kijken naar wat hij nu kan doen.’
– Suggestie: ‘Het verleden heeft je gemaakt, maar dat verleden zegt niks over wie je nu bent of wat je gaat ’
Bewustzijn van kansen ‘Laat de patiënt de positieve dingen en kansen om hem heen zien.’
– Suggestie: ‘Er zijn overal kansen en goede dingen om je heen. Je moet ze natuurlijk wel bekijken.’
Ontwikkelingsgerichte mentaliteit ‘Overtuig de patiënt dat falen ook een manier is om te leren.’
– Suggestie: ‘Als iets niet lukt, is dat geen ramp omdat je er van leert en je er dus zelfs beter van wordt.’
Zelfacceptatie ‘Overtuig de patiënt van het nut om imperfecties te accepteren.’
Suggestie: ‘Niemand is perfect, omdat dat niet Daarom ben je goed zoals je bent.’

Conclusie

Er is weinig onderzoek gedaan naar de mogelijkheden van hypnotherapie bij aangeleerde hulpeloosheid. Drie specifieke onderzoeken die zich daarop richten zouden kunnen zijn:

  1. Werkzaamheid van hypnotherapeutische interventies: Onderzoek de doeltreffendheid van verschillende hypnotherapeutische technieken om aangeleerde hulpeloosheid te verminderen of te elimineren.
    Dat kan door een willekeurige proef te doen waarbij de ene groep de normale behandeling krijgt en de andere groep hypnotherapie. Drie in aanmerking komende hypnotherapeutische technieken zijn posthypnotische suggestie, leeftijdsregressie en ankeren. Bij het gebruik van posthypnotische suggesties is het interessant om te onderzoeken hoe ze werken en hoe we ze kunnen inzetten om buiten hypnotherapiesessies aangeleerde hulpeloosheid te verminderen. Met leeftijdsregressie kun je kijken hoe ervaringen uit het verleden invloed hebben op huidige gevoelens van machteloosheid. Door nu het beleven van vroegere ervaringen te veranderen, kun je voor een verbetering zorgen. Het testen van ankeren zou kunnen laten zien hoe snel en doeltreffend een cliënt van zijn gevoel van machteloosheid naar kracht en zelfvertrouwen kan gaan, door simpele signalen of handelingen te gebruiken.
  1. Neurologische correlaten: Gebruik hersenbeeldvormingstechnieken zoals FMRI om te observeren hoe hypnotherapie neurale paden beïnvloedt die verbonden zijn met aangeleerde hulpeloosheid. Hiermee kunnen we begrijpen welke hersengebieden actief betrokken zijn bij de behandeling.
  2. Duurzaamheid van behandeling: Voer een onderzoek uit over een langere periode om te zien hoe blijvend de resultaten van hypnotherapie zijn bij mensen die last hebben van aangeleerde hulpeloosheid. Dit kan ons vertellen of hypnotherapie een goede oplossing is voor de lange termijn.

 Literatuur

  • Huxley, Aldous, ‘Brave New World’, 1932.
  • Nijssen A, Schelvis PR. Effect of an anti-anxiety drug in a learned helplessness experiment. Neuropsychobiology. 1987;18(4):195-8. doi: 10.1159/000118417. PMID: 3454424.
  • O’Keefe DCh, Dr Tracie, Overcoming Depression and Female Learned Helplessness Through Hypnotherapy April 16, 2012 by Dr Tracie O’Keefe DCh Women and Depression Conference, 6-9 April, 2006, Sydney, Australia
  • Orwell George, ‘1984’, 1949.
  • Petty F, Kramer G, Wilson L. Prevention of learned helplessness: in vivo correlation with cortical serotonin. Pharmacol Biochem Behav. 1992 Oct;43(2):361-7.
  • Seligman, M. E., & Maier, S. F. (1967). Failure to escape traumatic shock. Journal of Experimental Psychology, 74(1), 1–9. https://doi.org/10.1037/h0024514

 

© 2023, Johan Eland  

[1] Gaslighting is een vorm van psychologische manipulatie waarbij iemand probeert een ander te laten twijfelen aan zijn of haar eigen perceptie, herinneringen of realiteit. Dit kan leiden tot verwarring, angst en een gevoel van machteloosheid bij het slachtoffer. De term is afgeleid van het toneelstuk ‘Gas Light’ uit 1938 en latere films, waarin een man zijn vrouw probeert te overtuigen dat ze gek wordt door onder meer de gaslampen in hun huis te dimmen en vervolgens te ontkennen dat er iets veranderd is.