Posthypnotische suggestie in de natuur

Posthypotische suggesties en de natuur

Posthypnotische suggesties zijn ingeplante boodschappen die pas later, vaak onbewust, hun werking laten zien. In hypnotherapie worden gewenste posthypnotische suggesties gebruikt om gedrag of reacties op een subtiele manier te beïnvloeden, maar ook in de natuur komen verrassende voorbeelden voor. Dit artikel laat zien hoe posthypnotische suggesties functioneren bij vogels, dieren en mensen – en wat dit betekent voor ons begrip van hypnose.

Van Prachtelfjes en posthypnotische suggesties

Paartje prachtelfjes vogel klinkels belletje boven nestje en geven hun jongen post hypnotische suggesties
Prachtelfje luidt de etensbel Bron: AI

Hypnose-onderzoekers en therapeuten krijgen maar niet genoeg van wetenschappelijke onderzoeksresultaten om de ‘echtheid’ van hypnose te bewijzen. Kennelijk zijn zij en veel patiënten en potentiële patiënten niet tevreden met het oude adagium: ‘Eerst geloven en dan zien’.

En willen uitleg en harde bewijzen. Met wetenschappelijk bewijs wordt dan vooral bedoeld alles wat met natuurwetenschappelijke onderzoeksmethoden aangetoond is. Liefst met neurologische apparatuur als EEG, fMRI, MEG, fNIRS en veel mooie plaatjes van oplichtende hersendelen.

Klank als wachtwoord — Toch zijn er in alle werelddelen ook andere minstens zo overtuigende verschijnselen. Wat te denken van het prachtelfje.(malurus cyaneus). Australiërs noemen het superb fairy-wren).

Dat is een klein Australisch vogeltje, ongeveer 10 gram, nauwelijks groter dan een mus, maar met een vermogen dat rechtstreeks uit een hypnosestudieboek lijkt te zijn geplukt.  

Paartje prachtelfjes
Paartje Prachtelfjes Bron Wikipedia (Hij links en zij rechts)

Elk elvenvrouwtje kiest tijdens het broedseizoen een eigen melodietje, een reeksje tonen dat nergens anders in het repertoire exact zo voorkomt.  De moederelven zingen tijdens de laatste dagen van de broedtijd deze unieke ‘incubatieoproep’ voor hun eieren. Keer op keer, zingt ze dit motief, zacht en eindeloos, voor haar eieren. Wanneer de jongen uitkomen, blijkt dat dit motief geen willekeurige zang was. Het is een wachtwoord. De jongen moeten de toon in hun bedelroep nadoen om voedsel te krijgen. Doen ze dat niet, dan herkennen de ouders hen niet als hun eigen kroost. Voor mee-eters als koekoeksjongen is dit fataal: zij wonen te kort in het nest om het wachtwoord te leren. Sommige jonge gastjes proberen via trial-and-error het roepje van het elfenjong te imiteren, maar dit is vaak weinig succesvol en leidt tot uithongering. De melodie die de moeder hen in het ei heeft ingeprent, bepaalt leven of dood van de jonge vogels. Niet alleen de prachtelfjes hebben zo’n systeem.

Zeebravink op een tak en kritische factor en posthypnotische suggesties
Zebravink Bron Wikipedia

In de natuur zien we meer organismen in een prenatale of tranceachtige staat suggesties ontvangen die later automatisch gedrag in gang zetten. Tijdens warme omstandigheden (26-29 graden C.) fluiten zebravinken (taeniopygia guttata) aan het einde van de broedtijd een heatcall of hitteroep. Dat is een specifieke hoogfrequente en ritmische zang. Dat doen ze soms ook tijdens de hele incubatie‑ en soms zelfs nest‑fase. Zo’n hitteroep waarschuwt de embryo tegen hitte en beïnvloedt zijn ontwikkeling op verschillende manieren en geeft hem instructies om de warmte te doorstaan.  

Hoe werkt het?

Hypnosewetenschappers die bewijs zoeken voor de invloed van akoestische signalen op fysieke processen krijgen van zebravinkjes een mooi cadeautje. Zo’n heatcall veroorzaakt een proces dat bekendstaat als vocal panting. Dit is hijgend ademen waarbij de vogel   kenmerkende geluiden maakt. Dit helpt hem om af te koelen.
Embryo’s die deze heat calls horen, passen hun ontwikkelingspatroon aan. Ze groeien over het algemeen minder snel en blijven korter in warme omgevingen, wat waarschijnlijk helpt bij thermoregulatie in hete omstandigheden

Wat gebeurt er op cellulair niveau?

Onderzoekers vogelden zelfs uit wat de hitteroep op cellulair niveau teweegbrengt. Ze vonden onder meer dat de mitochondriën in rode bloedcellen van de kuikens die embryonaal werden blootgesteld aan deze oproepen, efficiënter zijn in het produceren van ATP (Adenosinetrifosfaat is de belangrijkste energiedragende molecule in levende cellen), terwijl ze minder warmte genereerden – tenminste bij milde temperaturen.
Bij extreme hitte (bijvoorbeeld een hittegolf van 44 °C) kan deze efficiëntie juist dalen, wat mogelijk beschermt tegen schadelijke zuurstofradicalen.
Kuikens die embryonaal blootgesteld waren aan de oproepen toonden als volwassenen een lagere H/L‑ratio (heterofiel‑lymfocytenratio) Dat is een belangrijke indicator van stress of immuunactiviteit, en wijst op minder chronische stress – ongeacht het seizoen. Ze vertoonden betere hittetolerantie, andere voorkeuren voor nesten (zoals warmere locaties) en verschillen in gedrag waaronder het leren van niet‑vaderlijke zangpatronen,

Posthypnotische suggestie

Bij deze twee vogels zie je in pure vorm de ‘posthypnotische suggestie’ in de praktijk: een boodschap wordt ingeplant in een toestand van ontvankelijkheid, en pas later, onder specifieke omstandigheden, uitgevoerd.

Zeekat in het ei met krab geven posthypnotische suggesties
Zeekat in het ei met krab Bron AI

Prachtelf en zebravink gebruiken een akoestische manier om te suggereren maar er zijn ook dieren die in een prenatale of tranceachtige staat suggesties via andere zintuigen krijgen om later automatisch gedrag te sturen.

Zeekatten – inktvisachtige dieren – groeien op in eieren die na verloop van tijd doorzichtig worden. Vanaf dat moment kunnen de embryo’s, nog vóór ze uitkomen, de buitenwereld zien, zoals mogelijke prooien. Onderzoek toont aan dat ze die visuele prikkels ook echt verwerken. In een experiment kregen ongeboren zeekatten vanuit hun ei zicht op krabben. Na de geboorte kregen ze de keuze tussen krab en garnaal. De dieren die vanuit hun ei krabben zagen, gaven daar de voorkeur aan. De dieren die uitzicht hadden op alleen garnalen vonden die na de geboorte aantrekkelijker. Dit bewijst dat dieren voor de geboorte visueel leren. Andere soorten leren in de baarmoeder vooral via geur of smaak, maar deze zeekatten leerden puur door te kijken. Omdat jonge zeekatten na het uitkomen meteen zelfstandig moeten jagen, zou dit vroege leren hen helpen prooien sneller te herkennen. Moederzeekatten leggen hun eieren waarschijnlijk op plaatsen waar het toekomstige voedsel al in zicht is. Kikkerlarven leren in hun ei trillingspatronen (gevoel) herkennen die later als alarmsignaal functioneren. Bijenlarven krijgen met feromonen (geur) die hun gedrag levenslang bepalen een rolopdracht (werkster of koningin)  

De Kritische Factor en haar afwezigheid

Deze embryo’s krijgen zonder kritiek een sleutel tot gedrag ingeprent. Ze horen in hun schaal de boodschap en accepteren die zonder weerstand, zonder twijfel, zonder selectie. Ze hebben nog geen ‘kritische factor’, geen innerlijke poortwachter die vraagt: “Is dit wel belangrijk? Moet ik dit geloven?” Alles wat de schaal binnenkomt, wordt ingeprent.

 Dave Elman, een invloedrijke hypnose-onderzoeker en therapeut introduceerde het begrip de kritische factor. Hij beschreef die als een mentale poortwachter die alle suggesties kritisch beoordeelt. Wanneer wij niet in trance zijn, fungeert die poortwachter onophoudelijk: hij vergelijkt, weegt af, stelt vragen. Hij beschermt ons tegen directe beïnvloeding. Hypnose werkt doordat de kritische factor tijdelijk omzeild of verzwakt wordt, zodat suggesties rechtstreeks in het onderbewuste kunnen worden ingeplant. Later, wanneer de kritische factor terugkeert, kan de ingeplante suggestie toch worden uitgevoerd. Vaak automatisch, zonder dat men precies begrijpt waarom. Dat is de essentie van de posthypnotische suggestie.

Bij het prachtelfje is dit mechanisme radicaal. De embryo’s hébben nog geen kritische factor. Ze zijn een onbeschreven blad, een kwetsbaar geheugen dat alles wat wordt aangeleverd opslaat zonder verweer. Waar de hypnotherapeut met kunstgrepen en inducties de poortwachter moet omzeilen, doet de natuur het eenvoudiger: er ís nog geen poortwachter. De melodie wordt ingeprent, en zodra de omstandigheden erom vragen, klinkt ze terug.

Het prachtelfje leert zijn kinderen in het ei een melodie die hun leven zal redden. Telkens opnieuw zien we hetzelfde oeroude principe: een signaal glijdt langs de kritische factor en nestelt zich direct in het onbewuste, waar het later automatisch tot leven komt.
Voor de hypnotherapeut is dit meer dan een curiositeit. Het is een herinnering dat woorden niet altijd de sleutel zijn. Soms opent juist klank, cadans of melodie de deur naar verandering. Soms ligt de echte kracht van suggestie niet in wat we zeggen, maar in hoe we het laten klinken. Zoals het prachtelfje bewijst: één toonreeksje, herhaald in stilte, kan een leven lang doorwerken.

De ontwikkeling van de kritische factor: van baarmoeder tot taal                  
Dat leidt tot een vraag die in de hypnotherapie van cruciaal belang is: hoe en wanneer ontwikkelt bij de mens die poortwachter, die kritische factor waar Dave Elman over spreekt? Het antwoord is verrassend helder: die kritische factor bestáát nog niet in de prenatale fase. Een foetus heeft wel oren, trommelvliezen, gehoorbeentjes en een primitieve verwerking van geluiden, maar wat ontbreekt is het semantische netwerk dat nodig is om betekenis te herkennen of af te wijzen. In de baarmoeder kan het kind ritme, intonatie, melodie en timbre opnemen, maar het kan geen onderscheid maken tussen zin en onzin, tussen een liefdesgedicht en een boodschappenlijst. Alles komt binnen als klank. Alles resoneert rechtstreeks met het nog ongevormde brein.

Daarom is het niet vreemd dat baby’s na de geboorte direct de stem van hun moeder herkennen. Ze draaien hun hoofd naar dat vertrouwde geluid, raken gekalmeerd bij de intonatie die maandenlang door vruchtwater heen hun oren bereikte. En ook de melodie van de moedertaal wordt al prenataal ingeprent: Franse baby’s huilen in stijgende melodieën, Duitse in dalende – een effect dat onomstotelijk laat zien dat de foetus geen woorden leert, maar prosodie: de muziek van taal. Hier werkt dus precies hetzelfde mechanisme als bij het prachtelfje: vóór de geboorte wordt een klankmotief ingeprent, dat na de geboorte automatisch gedrag oproept.

Ontwikkelingsfasen van de hersenen

Het gehoor werkt vanaf ongeveer 20 weken, maar de cortex (waar taal en abstract denken worden verwerkt) is nog lang niet rijp. De foetus hoort vooral intonatie, ritme, melodie en klankkleur, maar heeft nog geen neuraal netwerk om begrippen of regels op te slaan. Wat beklijft is emotie, klankpatroon, stemherkenning.

Het jonge kind kan bij gebrek aan neural netwerk ook geen semantische koppeling maken. Cognitieve kennis vereist begripsvorming: dat een woord verwijst naar iets, dat een getal, een hoeveelheid representeert. In de baarmoeder kan de foetus geluiden onderscheiden, maar niet koppelen aan concrete referenten of symbolen. Je kunt dus wel herkenning opbouwen (‘dit is moeders stem, dit is een vertrouwd ritme’), maar geen kennis (‘dit is de letter A’).

Wat wél gebeurt: akoestische inprenting

Experimenten tonen aan dat baby’s na de geboorte een voorkeur hebben voor de taal of melodieën die ze in de baarmoeder vaak hoorden.

De eerste stadia na de geboorte

In de eerste maanden van het leven is er dus nog altijd geen sprake van een kritische factor. Het kind hoort stemmen, melodieën, ritmes, en het neemt ze op zonder verweer. Er is nog geen ‘nee’, nog geen ‘dat geloof ik niet’. Alles wat klinkt, wordt ervaren. Het kind herkent patronen, maar het betwijfelt ze niet.

Tussen nul en twee jaar begint de taalverwerving. Woorden krijgen referenten: ‘mama’, ‘bal’, ‘melk’. Voor het eerst komt er een schuchtere poortwachter tevoorschijn. Het kind leert dat niet elk geluid willekeurig is; sommige klanken verwijzen naar iets dat terug te vinden is in de werkelijkheid. Daarmee groeit voorzichtig een vermogen tot onderscheid. Toch is dit nog geen kritische factor in Elmans zin: het kind kan nog geen suggesties verwerpen op basis van logica. Het imiteert, het accepteert, het vertrouwt.

De peuter- en kleuterfase

Pas tussen het tweede en zesde levensjaar groeit de kritische factor uit tot iets herkenbaars. Kinderen leren ‘nee’ zeggen. Ze stellen vragen: ‘Waarom?’ Ze beginnen onderscheid te maken tussen fantasie en realiteit. Ze worden ontvankelijk voor verhalen, maar ze kunnen ook protesteren: ‘Dat is niet echt!’ Hier ontstaat voor het eerst het vermogen om suggesties niet meer blindelings binnen te laten. De poortwachter ontwaakt.

Dit verklaart ook waardoor jonge kinderen zo vatbaar zijn voor hypnose en spel: de kritische factor is nog niet stevig. Suggesties glijden makkelijk naar binnen. Waar een volwassene zou twijfelen of zich verzetten, reageert een kind vaak direct en zonder weerstand.

De volwassen fase

Pas met volwassen taalbeheersing komt de kritische factor volledig tot wasdom. De volwassene hoort een zin en weegt af: ‘klopt dit, is het waar, geloof ik dit?’ Hier moet de hypnotiseur dus technieken gebruiken om de poortwachter te omzeilen: ontspanning, monotone herhaling, shock, verwarring of gerichte focus.

Het prachtelfje hoeft dit allemaal niet. De foetus van het prachtelfje krijgt de melodie aangeboden vóór er iets is dat kan protesteren. De menselijke foetus krijgt hetzelfde aangeboden: de stem van moeder, het ritme van de taal, de cadans van een wiegelied. Pas later komt de poortwachter, pas later ontstaat de mogelijkheid tot verzet.

Leren in de buik?  De illusie van prenatale kennisoverdracht                                              
Ja, er zijn nog steeds mensen die tegen een zwangere buik praten of zingen om grammaticaregels uit te leggen of rekensommen voor te doen in de overtuiging dat dit het kind later een voordeel geeft.

Nog voor de geboorte schooldkiploma
Nog voor de geboorte een schooldiploma?
Bron: AI

Het idee dat een baby in de baarmoeder kan leren, bestaat al eeuwen. In veel culturen zingen of praten aanstaande ouders tegen hun ongeboren kind, in de hoop daarmee een band te vormen of zelfs de ontwikkeling te stimuleren. In Japan ontstond al in de Edo-periode (17e–19e eeuw)  het concept van taikyō – foetale opvoeding dat gebaseerd was op het geloof dat de manier waarop een zwangere vrouw leefde, at, dacht en voelde, rechtstreeks invloed had op het kind in de buik. In de 20e eeuw werd dit idee verder ontwikkeld: men raadde vrouwen aan om naar mooie muziek te luisteren, kunst te bekijken, gedichten te lezen en zachtjes te spreken tegen het kind om het daarmee slimmer of gevoeliger te maken. Nog altijd vind je in Japan zwangerschapsmagazines en cursussen rond taikyō, waarin wordt geadviseerd om voor te lezen, zacht te praten tegen de buik, en muziek van Mozart of Japanse kinderliedjes af te spelen.

Aanvankelijk ging het om een goede band met het kind te bewerkstelligen en het kind slimmer of gevoeliger te maken. Maar in de 20e eeuw, juist in landen waar een ongezonde ratrace ontstond om de beste plekjes in de economie te bemachtigen zoals Japan en Amerika, werden zogeheten prenatale educatieprogramma’s, zoals Prenatal University(VS), ontwikkeld om baby’s al vóór de geboorte cognitieve kennis, reeksen of zelfs sommen te leren. Ook nu nog spelen bedrijven hierop in met meer geavanceerde technieken en apparaten zoals BabyPlus, dat ritmische geluiden aanbiedt om het leervermogen van de foetus te trainen. Ouders wordt een cognitief ‘startkapitaal’ beloofd voor hun kind – om nog voor de eerste ademhaling een voorsprong op school te hebben en later een beter betaalde baan de bemachtigen.

Maar prenataal schoolkennis vergaren is biologisch niet mogelijk.
Cognitieve functies – zoals geheugen, taalbegrip of patroonherkenning – vereisen werkende hersennetwerken, die zich pas vanaf ongeveer week 28 enigszins beginnen te vormen en pas na de geboorte echt functioneel zijn. Het embryo of jonge foetus beschikt niet over de neurale structuren om informatie te verwerken, laat staan om die op te slaan of te begrijpen.

Wat wél kan, is klankherkenning. Foetussen kunnen vanaf ongeveer week 28 bepaalde geluiden onderscheiden, zoals de stem van de moeder of ritmes van muziek. Maar dit is geen ‘leren’ in de betekenis van kennis of vaardigheden opbouwen. Het gaat om primitieve zintuiglijke waarneming, zonder bewustzijn of begrip.

Er is wetenschappelijk bewijs voor herkenning en binding, maar nauwelijks voor daadwerkelijke kennisoverdracht. ‘Wetenschappelijke’ apparaten en cursussen die dat suggereren, bieden hoop, maar geen wetenschap. Een echt waardevol startkapitaal geef je pas na de geboorte – met aandacht, zorg en liefde.

De werkelijkheid is prozaïscher. De foetus kan geen algebra leren, geen woordenboek opslaan, geen vreemde taal oefenen. Daarvoor ontbreekt de noodzakelijke neurologische infrastructuur. Wat de foetus wél kan, is klanken, melodieën en emoties opnemen. Dat zijn geen schoolse lessen, maar posthypnotische suggesties: signalen die zonder kritisch filter worden ingeprent en later herkenning oproepen. De foetus kan dus geen Engelse grammatica leren, maar wel wennen aan de melodie van het Engels. Hij kan geen getallen leren, maar wel de intonatie van getallenliedjes onthouden.

Parallel met hypnose

Voor de hypnotherapeut biedt dit een schat aan inzicht. Dave Elman zegt dat de kritische factor omzeild moet worden om een suggestie effectief te maken. Het prachtelfje en de menselijke foetus laten een fase zien waarin die factor nog niet bestaat. Dan is alles open, dan dringt alles door.

Cognitieve kennis, symbolen, logica — die komen pas zodra de kritische factor zich ontwikkelt. Die zijn altijd onderhevig aan zijn censuur. Daarom zal schoolse kennis nooit prenataal ingeprent kunnen worden. Maar klank, ritme, melodie, intonatie — die hebben een vrijbrief. Die glijden ongehinderd binnen. Dat betekent dat de therapeut moet werken buiten het domein van pure semantiek. Soms is de vorm krachtiger dan de inhoud. Soms is het de melodie, de herhaling, de cadans, die de poortwachter ontwapent en de suggestie inplant. Net zoals bij de foetus. Net zoals bij het prachtelfje.

De kritische factor ontwikkelt zich met de taal, niet vóór de taal. In de baarmoeder is er geen censor, alleen resonantie. Daarom kan een ongeboren kind wel een melodie onthouden en associëren met het veilig gevoel in de baarmoeder. Daarom kan een kuiken in het ei geen kennis vergaren over de wereld die het te wachten staat maar wel de roep van zijn moeder inprenten. En daarom kan de hypnotherapeut leren dat de weg naar het onbewuste vaak niet langs woorden loopt, maar langs klank, langs ritme, langs muziek.

Waarom de ‘schoolse droom’ niet werkt    
Hypnotherapeuten kunnen ouders die hun ongeboren kind woordjes of sommetjes willen meegeven, goed uitleggen waarom dat niet werkt. Dat erverwarring is doordat een foetus wel geluiden hoort, maar nog geen taal of betekenis kan verwerken. Symbolisch denken – nodig voor rekenen of taalbegrip – ontstaat pas ná de geboorte, als het brein verder rijpt. In hypnotherapie weten we dat indrukken zonder kritische factor (zoals bij hypnose of prenatale ervaring) wél binnenkomen, maar dat dit alleen geldt voor affectieve signalen: klank, ritme, emotionele toon. Cognitieve kennis vereist een innerlijke ‘poortwachter’ – en die is er simpelweg nog niet. Aanstaande ouders moeten dus overtuigd worden wat dus wél werkt: liefdevolle stem, rust, herhaling. Wat niet werkt: schoolse kennis opdringen aan een brein dat daar nog niet klaar voor is.

De kritische factor ontwikkelt zich met de taal; vóór de taal is er geen censor, alleen open resonantie voor klank. Daarom kan een ongeboren kind geen algebra leren, maar wel de melodie van de moederstem onthouden als een levenslang wachtwoord.

 De hypnotherapie van het Prachtelfje

In dit opzicht is de groeimetafoor van de vogel uit het ei van Gibbons een interessant uitgangspunt om het voorbeeld van het prachtelfje in te verwerken. Deze voorbeeldtekst van Gibbons staat in het boek van Cladder en Lens (1985):

Verbatim:
“…Stel je nu voor dat je een heel klein vogeltje bent dat op het punt staat om uit het ei te kruipen. Hou dat beeld in je verbeelding vast en concentreer je erop…
En het gevoel van realiteit, van dat het echt zo is zal met iedere seconde die verstrijkt groter en sterker worden, en het zal niet lang duren of je kunt alles beleven wat ik beschrijf. Het is een prachtige lentedag buiten, en door de dunne schaal van het ei die je omsluit kun je het geluid van de wind in de boom horen, en rond je nest, en kun je andere vogels vrolijk horen zingen, alsof ze je uitnodigen om tevoorschijn te komen en met ze te delen in het vieren van het leven…
Je bent een klein vogeltje in zijn ei, klaar om zich een weg naar buiten te pikken. Laat jezelf dat gebeuren en alles wat erbij hoort helemaal beleven. Voel hoe verkrampt je daar in dat ei zit opgesloten, en voel hoe de drang om eruit te breken met iedere seconde groter en sterker wordt. De aandringende levenskrachten in je binnenste kunnen niet langer worden genegeerd.
De schaal die tot nu toe je behuizing is geweest, is niet langer in staat om je tegen te houden. Je moet er doorheen breken, op weg naar de wereld die op je wacht, want de kracht van het leven en de groei worden sterker, en dringen meer en meer aan met ieder moment dat verstrijkt.
Je begint je nu door de schaal heen te pikken, eerst nog langzaam, maar dan met steeds snellere bewegingen… En de schaal begint te barsten en te wijken onder je hardnekkige pogingen… Een klein stukje breekt er al af… en je ziet een glimp van de verrukkelijke wereld daarbuiten… Het is een fantastische en boeiende wereld van een schoonheid die maakt dat je je nog sterker gaat voelen en nog blijer, zodat je je pogingen om eruit te breken nog verdubbelt…
Steeds meer stukken van de schaal vallen weg en je kunt nu je hoofd helemaal door het gat duwen dat je gemaakt hebt… En met inspanning van al je jonge krachten forceer je een barst over de hele lengte van het ei… En de barst wordt groter en groter terwijl je duwt en wringt… Totdat de schaal tenslotte in tweeën breekt en je met een gevoel van triomf op de drempel van een nieuw leven staat. Je bent volkomen vrij van alle beperkingen van het verleden… bevrijd van alles wat je tegen heeft gehouden… Je bent klaar om een nieuwe fase van je leven binnen te gaan, klaar om alle nieuwe talenten en capaciteiten te ontvouwen en te gebruiken die zich in stilte ontwikkeld hebben, daar binnenin die schaal.
Terwijl je daar staat op de drempel van een nieuw bestaan, kun je de trillingen voelen van een lied dat in je opstijgt… Een overwinningslied, een lied van geluk, van groei en kracht, van viering van het leven… En terwijl je voor de eerste keer je vleugels spreidt, voel je de akkoorden helder en krachtig losbarsten…
Hoor het lied in je hoofd… en luister hoe het zich mengt met het zingen van de vogels om je heen (20” pauzeren)… En de beelden vervagen nu, je wordt je weer meer en meer bewust van jezelf en de persoon die je bent…, maar de gevoelens van triomf en geluk zullen bij je blijven… En je zult wat je met deze ervaring geleerd hebt bij je kunnen houden… En iedere keer dat je deze ervaring oefent zullen de gevoelens van kracht en triomf en geluk sterker worden en groter, terwijl de positieve gevolgen ervan voor je dagelijkse leven tegelijkertijd net zo sterk zullen toenemen…”

Wat opvalt is dat Gibbons pas begint waar het prachtelfje haar werk al klaar heeft. Zij heeft de posthypnotische suggestie – hoe later voedsel te krijgen – ingeprent ruim voordat het jong uit het ei breekt. Voorafgaande zou Gibbons vogeltje – ook nog in het ei – ook suggesties moeten krijgen waarmee het later zijn voordeel mee kan doen.

Mogelijke toevoeging op de groeimetafoor van Gibbons:

Stel je nu voor dat je een heel klein vogeltje bent dat binnenkort uit het ei zal komen. Hou dat beeld in je verbeelding vast en concentreer je erop…  En het gevoel van realiteit, van dat het echt zo is zal met iedere seconde die verstrijkt groter en sterker worden, en het zal niet lang duren of je kunt alles beleven wat ik beschrijf.

Voordat je je ook maar bewust bent van je eigen vleugels of het bestaan van buiten, gebeurt er iets bijzonders. Je bent nog in een ei. Gesloten, veilig, in stilte. Maar door die schaal heen klinkt al een stem — helder, ritmisch, vol verwachting. Het is de stem van je moeder, die je iets influistert. Geen woorden, maar een melodie die zich herhaalt. Soms zacht als een bel, soms schel als een fluitsignaal.

Je kunt het nog niet begrijpen, maar je hoort het wel. Je hoort het steeds opnieuw, tot je begint te voelen dat het iets betekent. Niet omdat je het denkt, maar omdat het iets in je lichaam wakker maakt. Iets dat gericht raakt, geijkt, afgestemd. Om alle talenten en capaciteiten die jij nodig hebt te ontvouwen en te kunnen gebruiken. Nu besef je welke talenten en capaciteiten dat zijn en dat die nu in je groeien.

Het is alsof je wordt geroepen, niet om nu te komen, maar om straks te weten waar je op moet letten. Om dan je nieuwe talenten te gebruiken.  Alsof die klank je alvast een richting geeft — een verwachting, een toon om op af te stemmen. En terwijl je daar in het duister groeit, groeit ook iets anders in jou: een antwoord, een herinnering, een herkenning.

Dán pas – als alles in je klaar is gemaakt door dat herhaalde signaal – komt het moment waarop je begint te bewegen, te duwen, te zoeken naar een uitweg.

En dat is waar jouw verhaal begint…

© Johan Eland, 2025

 Bronnen

Cladder, J.M. & Lens, J.W.M. (1985). Moderne hypnotherapie: een leerboek voor psychotherapeuten. Lisse: Swets & Zeitlinger.    

Gibbons, D.E., Applied hypnosis and hyperempiria, Plenum 1979

Meer weten over de posthypnotische suggestie en de kritische factor?

Wat is een kritische factor in hypnotherapie?

In hypnotherapie is de kritische factor de innerlijke poortwachter die suggesties beoordeelt en meestal filtert. Tijdens hypnose wordt deze tijdelijk omzeild, zodat aanvaardbare suggesties direct in het onbewuste kunnen worden vastgelegd. Dit verklaart hoe posthypnotische suggesties later, onder de juiste omstandigheden, vanzelf tot uiting komen.

🔗 Meer weten over: