Hypnose en de supermens mens gaat in hoe in het verleden ment geprobeerd heeft om met behulp van hypnose te sleutelen aan het karakter van de mens.
De Maakbare Mens
Hypnose en de supermens
Bemoeien is knoeien
In Nederland hebben al tientallen hypnotherapeuten het druk met de behandeling van lijders aan het narcistisch slachtoffer syndroom (NSS).
Het NSS is de nieuwe verzamelnaam voor klachten, die voortkomen uit een relatie met of opvoeding door iemand met een narcistische persoonlijkheidsstoornis. Ook de term echo-isme wordt gebruikt die verwijst naar Echo, de partner van de mythologische figuur Narcissus. Zij kon slechts herhalen wat Narcissus zei. Zij melden zich bij de therapeut met lichamelijke of geestelijk trauma’s en staan voor de moeilijke opgave los te komen uit het web van hun narcistische partner.
Waar komen ineens al die narcisten vandaan?
Hoewel de belangstelling vooral uitgaat naar partner of kinderen van de narcist zijn er eigenlijk twee slachtoffers. De narcist zelf zit evenzeer in het web van narcisme gevangen en wordt daar in weerwil van zijn inspanningen verre van populair en zelden gelukkig door.
Weliswaar lijken narcisme en echo-isme spontane moderne aandoeningen maar inmiddels heeft het hedendaags narcisme een geschiedenis die een paar generaties overspant.
De vraag ‘nature of nurture’ van het narcisme wordt steeds duidelijker beantwoord door te wijzen naar omgevingsfactoren.
Narcisme blijkt vooral het gevolg van ingrepen in het persoonlijke leven. Steeds duidelijker wordt dat narcisme een gevolg is van overheidsbemoeienis met het geestelijke leven van burgers.
Sinds Charles Darwin zijn evolutietheorie wereldkundig maakte bestaat vooral in Amerika en Europa de schijnbaar onbedwingbare neiging om een supermens te fokken. Ongeacht hun politieke kleur dromen veel politici ervan de bevolking aan te passen aan hun systeem in plaats van een systeem te maken ten dienste van die mensen. Dat leidde in het recente verleden tot dystopische taferelen waaraan goedwillende gedragswetenschappers en therapeuten hun bijdrage leverden. Hun opvolgers lijmen nu de scherven.
Aap of Russische supermens
Een langgekoesterde wens ging in vervulling toen zoölogie professor Ilya Ivanovich Ivanov rond 1920 naar Afrika mocht om apen te vangen.
Al jaren werkte hij met kunstmatig inseminatie aan de veredeling van paarden maar droomde van een kruising tussen mensen en dieren (hybridisatie). Hij vertelde daarover in 1910 op het International Zoological Congress in Graz, Oostenrijk-Hongarije en veroorzaakte er een internationale sensatie mee. Toch moest hij wachten op de politieke omwenteling in 1917 om ideologische steun en geld te krijgen voor zijn plan.
De Russische regering gaf de eerste $10.000 en dankzij advocaat Howell S. England legden prominente Amerikaanse wetenschappers de rest van de benodigde $100.000 op tafel.
Iedereen vond Ivanovs project belangrijk met het oog op de evolutietheorie. Een vruchtbare kruising tussen apen en mensen zou een nauwe verwantschap tussen de mens en de hogere apen aantonen en daarmee belangrijk bewijs zijn voor de evolutietheorie.
Maar naast dit gezamenlijke motief hadden Amerikanen een tweede, racistische, reden voor de financiering. Sprekend voor de Association for the Advancement of Atheism, beweerde Howell S. England dat orang-oetans, chimpansees, gorilla’s en mogelijk gibbons in de experimenten zouden worden gebruikt omdat dat paste in zijn nieuwe, racistische versie van het hybridisatie-project. Hij wilde orang-oetans kruisen met mensen van het gele ras, gorilla’s met het zwarte ras en chimpansees met het blanke ras. Gibbons zouden paren, zei hij, met ‘de meer brachycephalische volkeren van Europa’ (hij bedoelde waarschijnlijk joden).
England vond aansluiting bij de Duitse antropoloog Hermann Klaatsch (1863-1916). Die schreef dat menselijke rassen afkomstig zijn van verschillende soorten apen: zwarten ontwikkelden zich uit gorilla’s, ‘de Oriëntalen’ uit orang-oetans en blanken uit chimpansees. Klaatsch was ook een expert in de zogenaamde ‘craniometrie’, die een ‘wetenschappelijke’ basis gaf aan racistische en antisemitische theorieën in Europa en Amerika
In de zomer van 1927 kwam Ivanov terug na twee jaar tussen Parijs en Guinee te hebben gereisd. Hij bracht twintig chimpansees mee maar slechts vier apen overleefden de reis. Ze belandden in Sukhumi, de hoofdstad van de subtropische Sovjetrepubliek Abchazië. Daar werd onder toezicht van het nieuwe Instituut voor Experimentele Endocrinologie een speciale ‘Primatologische Fokkerij’ opgericht voor Ivanov en zijn chimpansees. De communistische Academie gaf Ivanov weer geld, maar nu in roebels. Vijf Sovjetvrouwen zouden aan deze experimenten deelnemen; de Communistische Academie eiste dat Ivanov hun schriftelijke toestemming verkreeg om te worden geïnsemineerd met sperma van apen. De Academie wilde dat deze Sovjetvrouwen de inseminatie, zwangerschap en moederschap van de hybriden alleen zouden ondergaan vanwege hun pure interesse in wetenschap; ze kregen er geen geld voor en de Primatologische Fokkerij moest voor hen zorgen. Ivanov vond de vrouwen; ten minste één enthousiaste brief is beschikbaar voor historici. Nu overleefde echter slechts één volwassen aap in de kinderkamer en hij was een orang-oetan in plaats van een chimpansee.
Voor de Russen was het project belangrijk. Succesvolle kruising tussen mensen en apen zou de atheïstische propaganda van de bolsjewieken ondersteunen. Bovendien zouden de apen die Ivanov naar Rusland bracht gebruikt kunnen worden voor de verjongingsprogramma’s waarvoor veel belangstelling was onder de bolsjewistische elite.
Maar het belangrijkste was dat succesvolle hybridisatie de weg zou effenen voor de Nieuwe Socialistische Man wiens ‘constructie met wetenschappelijke middelen’ het officiële doel was van de bolsjewieken.
Ivanov liet de ideologische onderbouwing van zijn droom over aan de bolsjewistische regeringsfunctionarissen. Een van hen was de communistische voorman Leon Trotski.
Het apenproject past in zijn politieke wens om het volk te verbeteren. Kennelijk was het idee dat niet het systeem aangepast moest worden aan de mensen maar andersom: de mens moest geschikt gemaakt worden voor het systeem.
Psychofysieke verbetering
Hij schreef “…Welke mate van zelfbeheer de mens van de toekomst zal bereiken – dat is even moeilijk te voorspellen als de hoogte waarop hij zijn techniek zal weten te brengen. De maatschappelijke opbouw en de psycho-fysieke zelfopvoeding zullen twee facetten van een en hetzelfde proces zijn”.… en: “..De mens zal onvergelijkelijk veel sterker, verstandiger en subtieler zijn; zijn lichaam harmonischer, zijn bewegingen ritmischer en zijn stem muzikaler. De vormen van het leven zullen een dynamische dramatiek krijgen. De doorsnee mens zal zich tot het niveau van Aristoteles, Goethe en Marx verheffen. En boven deze bergketen zullen zich weer nieuwe toppen verheffen…”
Ook hypnose
Trotski vond in de neuroloog Vladimir Bechterew een behulpzame medewerker. Hij was een van de wetenschappers die sociale vooruitgang beloofden met de kennis die hypnotische experimenten zouden opleveren.
Bechterew hoopte bovendien dat suggestie gebruikt kon worden om groepen te beïnvloeden die niet gemakkelijk overtuigd waren door de rationele argumenten van de revolutionaire hervormers.
In 1897 betoogde hij dat “er veel meer en verschillende manieren zijn om psychische toestanden over te dragen met suggestie dan er manieren zijn om gedachten over te brengen door argumenten.” Rede, beweerde hij, “kan vooral invloed hebben op personen met een gezond logisch verstand, maar suggestie treft niet alleen deze mensen, maar veel meer mensen met onvoldoende redeneervermogen zoals kinderen en de volksmassa.”
Volgens Bechterew kon hypnose helpen bij de missie om Rusland te hervormen waar het de koppigheid van zijn achterlijk lijkende bevolking betrof: ‘De verlichte mens kun je overtuigen met argumenten; de donkere massa met suggestie.’
Maar voordat hij zijn nieuwe aanpak kon propageren moest er een en ander veranderen.
Paranoia suggestio-delira.
Hypnose was in die tijd weliswaar populair maar werd vooral omarmd door lezers van occulte handleidingen voor zelfhypnose die streefden naar persoonlijke verbetering. Daarnaast gaf de techniek ook aanleiding tot angsten. Als iedereen absolute macht over een ander kon bereiken door mentale suggestie, dan was dat tegelijkertijd een mogelijke bedreiging voor anderen. In de jaren 1890 schreef de pers vaak over hypnotisch misbruik en mislukte hypnotische experimenten waardoor proefpersonen niet meer wakker werden of herhaaldelijk in slaap vielen na een amateur- hypnose.
Andere hypnose slachtoffers pleegden volgens de pers misdaden die hen door een hypnotiseur waren gesuggereerd. Veel vrouwen en jonge meisjes zouden worden gedwongen te trouwen met mannen waar ze niet van hielden en andere vrouwen verkracht terwijl ze in een hypnotische trance waren. Een derde groep, vooral volwassen vrouwen, zouden worden aangezet tot zelfmoord.
De vrees om onder iemands kwaadaardige hypnotische invloed te staan werd zo groot dat Bechterew een nieuwe ziekte naar deze angst noemde: paranoia suggestio-delira.
Dat was een goed argument om de hypnose uitsluitend toe te vertrouwen aan de medische stand en daarmee aan de invloed van de heersende politieke ideologie.
Dat bood gelegenheid om de psychologische verklaring van hypnose te vervangen door een materialistische uitleg. Daarmee viel ze ook onder Trotski’s psycho-fysieke opvoedingsmiddelen. Dank zij veel neurologisch onderzoek en een verbod op de occulte hypnose kon de officiële medische stand zich met de moderne hypnose storten op sociale problemen. Vooral pedagogie, verloskunde en alcoholisme werden enthousiast aangepakt. Door sovjetburgers te genezen van zowel fysieke als psychologische kwalen werd hypnose een hulpmiddel bij de creatie van de Nieuwe Sovjetmens. Professor Birchevskii schreef dat neurologie en hypnose deel uit maakten van “hedendaagse eugenetica – d.w.z. de wetenschap van de verbetering van de natuur van de mens.”
Zelfhypnose
Behalve de instituten moesten individuele burgers ook meedoen aan volksverbetering. In een artikel over de vele toepassingen van hypnose en autosuggestie, echode Bechterew prerevolutionaire occulte praktijken voor de versterking van wilskracht. Hij raadde aan om regelmatig besluiten te herhalen, zoals “vanaf nu heb ik mezelf bevrijd van mijn schadelijke gewoonten “: Dit moet in bed worden gedaan, net voordat u gaat slapen en onmiddellijk na het ontwaken”. Daarmee refereerde hij aan religieuze praktijken zoals gebeden en het citeren van pre-revolutionaire cursussen in zelfhypnose.
Bechterew zelf was zich hiervan bewust. Hij merkte op dat “autosuggestie tot nu toe niet veel aandacht heeft gekregen van artsen. In het verleden diende het ofwel morele doelen (het bereiken van Nirvana in het Oosten) of, in de handen van genezers, de versterking van de wil langs de formule ‘de kracht is in onszelf’.”
Amerikaanse droom
Niet alleen Russische politici knutselden aan een betere mensensoort. Aan de andere kant van de Atlantische oceaan werden tot in de 20ste eeuw kinderen van Indiaanse stammen door blanken ontvoerd om ze op te voeden tot fatsoenlijke blanke burgers.
Niet veel anders ging het in Australië waar Aboriginal kinderen witgewassen werden.
Ook in Europa probeerde de culturele bovenlaag afwijkende mensen om te vormen tot nette burgers. Tot in de jaren 60 van de vorige eeuw werden homoseksuelen met fysieke middelen bewerkt om ze ‘gewoon’ te maken. Zelfs nu nog lenen enkele hypnotherapeuten zich voor het genezen van homo’s.
Tot ver in de vorige eeuw werden in westerse landen woondorpen opgericht voor de heropvoeding van asocialen. Niet toevallig waren dat in Amerika vooral arme zwarten en in Nederland slechtbetaalde of werkloze arbeiders.
In 1986 stemde gouverneur John Vasconcellos van Californië in met een opmerkelijk project. Een 25 koppige ‘task force to promote self-esteem and personal and social Responsibility’ ging in drie jaar onderzoeken welk effect het gevoel van eigenwaarde en persoonlijke en sociale verantwoordelijkheid hebben op de samenleving en hoe zelfwaardering bevorderd kan worden.
Hoewel ze weinig bewijs leverde berichtte de Vasconcellos-taskforce na drie jaar: “Een gebrek aan zelfrespect staat centraal in de meeste persoonlijke en sociale kwalen die onze staat en natie teisteren”.
De taskforce richtte zich op zes grote sociale probleemgebieden in Californië: onderwijsfalen, misdaad en geweld, kinder- en partnermisbruik, tienerzwangerschappen, alcohol- en drugsmisbruik en chronische welvaartsafhankelijkheid (hiermee bedoelde ze langdurige bijstandsuitkering).
Bij deze laatste groep constateerde ze: ‘De economische context beïnvloedt niet alleen de materiële kwaliteit van leven, maar ook het geestelijk en emotioneel welzijn van families en individuen. Er was veel ontevredenheid over het werk of het gebrek daaraan. Soms zou het verlichten van de stress door ontevredenheid over het werk en onaangename werkomstandigheden helpen maar in extreme gevallen veroorzaakt de stress armoede, onwetendheid, woede en hulpeloosheid en daarmee als onvermijdelijke effect: een laag zelfbeeld.’
Haar belangrijkste aanbevelingen waren:
- Programa’s om langdurige steuntrekkers te helpen aan meer zelfwaardering en verantwoordelijkheidgevoel om onafhankelijk van de bijstand te worden.
- Programma’s om alleenstaande ouders aan te moedigen te zorgen voor een betere leefomgeving voor hun kinderen en trainingprogramma’s voor effectief kinderopvoeding om hun onafhankelijkheidstalenten ontwikkelen.
Dat de taskforce het vooral begrepen had op kinderen bleek ook uit de aandacht voor scholen. Zeer veel scholen in Californie en ook in de rest van de westerse wereld zetten programma’s op om het zelfvertrouwen van kinderen op te voeren. Vasconcellos en de California Task Force vonden hun ideologisch inspiratie in het bankwezen. De redenering was dat scholen onlosmakelijk verbonden zijn met veel politieke en culturele processen die de reproductie van een “bank”-onderwijssysteem versterken en te legitimeren. In die visie zijn de docenten eigenaren van kennis en de leerlingen lege vaten waarin de leraren hun kennis deponeren.
Hypnotisch gedroomde zelfwaardering
Over de praktijk gaf de taskforce weinig uitleg maar uit haar samenstelling blijkt uit welke hoek de wind waaide. Als vliegen op de strooppot kwamen op het project gedragswetenschappers af: psychologen, psychotherapeuten, (stress-)counselors en andere raadgevers. Veelzeggend is ook dat het eindrapport opgedragen werd aan de in 1988 gestorven deelnemer Virginia Satir, vooral bekend als grondlegger van de gezinstherapie. Ook hypnotherapeuten lieten zich niet onbetuigd.
Laurie Miller, van de hypnosepraktijk ‘Hypnosis concepts’ en Danielle Durant, klinische hypnotherapeut en trainer staan in het plan vermeld. Zij en andere hypnotherapeuten gingen enthousiast aan de slag. Binnen enkele jaren kwam een eindeloze stroom boeken op gang om de zelfwaarde van hun lezers te promoten. R.A. Steffenhagen schreef ‘Hypnotic Techniques for increasing Self-Esteem’; Ph. Zimbardo ‘Path from Classroom Seating to Hypnotizability’ en Margo Kluth propageerde ‘Smile, You’re Worth It’.
Het boek “Success is Not an Accident: The Mental Bank Concept’ van Dr. John Kappas met bijdragen van Danielle Durant toont aan dat de missie van de taskforce inclusief het bank-idee serieus aangepakt werd. Iedereen kon zijn of haar Amerikaanse droom laten uitkomen door een inspanning van minder dan vijf minuten per dag.
Durant schrijft dat het Mental Bank-programma je in de bestuurdersstoel zet voor het programmeren van je onderbewustzijn om gemakkelijk en moeiteloos succes, geluk en welvaart te bereiken.
En nu?
Nu, ruim 30 jaar later, kan de balans opgemaakt worden.
Een enkel Task force medewerker timmert nog aan de weg. Dr. Nathaniel Brande met talloze Mp3 uitgaven als ‘Experience High Self Esteem’ en ‘Heroism And Self Interest’. Laurie Miller is nog steeds actief in haar hypnosepraktijk, al adverteert ze opvallend weinig over self esteem.
Slechts de vele valse beloften, in boekvorm of dvd, om in slechts enkele minuten per dag dank zij wonderhypnose deelgenoot te worden van de Amerikaanse droom herinneren nog aan de Vasconcellos-taskforce. Verder is het project uitgedoofd als een nachtkaars.
En dat is maar goed ook vind de Utrechtse psycholoog Eddie Brummelman: ‘Op het eerste gezicht lijkt het een goed idee om kinderen te helpen met meer zelfwaardering’ zegt hij, ‘Dat draagt bij aan een succesvol en gelukkig leven’. Maar Vasconcellos en medestanders hadden een nogal narcistische opvatting over zelfwaardering. Ze zagen zelfwaardering als een gevoel dat je eenvoudigweg kunt opkrikken door kinderen te vertellen dat zij speciaal en bijzonder zijn – als een basin dat je kunt vullen met een stortvloed aan complimenten. Zo zongen de basisschoolleerlingen op de jaarlijkse bijeenkomst van de werkgroep ter bevordering van zelfwaardering: Er zit magie in mij, omdat ik in mijzelf geloof’ en ‘Wij zijn kinderen! Wij zijn super-cool! Wij zijn geweldig.’ Brummelman: “Zulke boodschappen dragen niet bij aan zelfwaardering, maar juist aan narcisme’. ‘Het is dan ook niet verwonderlijk dat de zelfwaarderingsbeweging wordt verweten dat ze een vruchtbare bodem heeft gecreëerd voor een narcistische cultuur waarin het ‘ik’ op de voorgrond staat en het ‘wij’ naar de achtergrond is verdwenen.’
‘We moeten kinderen niet vertellen dat ze beter zijn dan anderen.’ In plaats daarvan moeten ouders hun kinderen het idee geven dat ze zichzelf mogen zijn: ‘Dat ze er mogen zijn als persoon, los van hoe ze zich verhouden tot anderen’
Narcisten hebben niet per se een hoge zelfwaardering zegt Brummelman en beargumenteert het belang van interventies die narcisme remmen en zelfwaardering juist stimuleren. (BRON)
Bronnen
- Brande, Nathaniel, The psychology of high self-esteem (mp3)
- Brummelman, Eddie, Bewonder mij! Overleven in een narcistische wereld, 2019
- Etkin, Alexander, Beyond eugenics: the forgotten scandal of hybridizing humans and apes.
- Studies in History and Philosophy of Biological and Biomedical Sciences, 39 (2008) 205–210
- Kappas, John & Danielle Durant, “Success is Not an Accident: The Mental Bank Concept’
- Mannherz, Julia, Hypnosis in Russian Popular Culture during the Era of War and Revolution University of Oxford, History Working Paper Number VIII, oktober 2013
- Steffenhagen, R.A. , Hypnotic Techniques for Increasing Self Esteem, 1983
- Trotski, Leon, https://www.marxists.org/archive/trotsky/1924/lit_revo/
- Vasconcellos, John, The Task Force to Promote Self-Esteem and Personal and Social Responsibility, established by Statutes 1986, Chapter 1065 (AB3659, Vasconcellos) California State Archives.
- Vasconcellos, John, Final report, Toward a State of Esteem, 1990, California State Archives
©2021, Johan Eland/ Illustraties Harry Eland
Ben je geïnteresseerd in een medische hypnose opleiding, lees dan het artikel.
Meer artikelen als hypnose en de supermens, klik hier voor het overzicht met artikelen van Johan Eland.