Visual van suggesties

Het abc-d van de moderne suggestie 

Cartoon tekening Het woord suggestie is aan het verdwijnen. Toen in begin van de vorige eeuw in Nederland en Belgie hypnose werd gepropageerd werd in het kielzog daarvan uitgelegd dat de dokters en hypnotiseurs werkten vanuit de school van Nancy die hypnose verklaarden met suggestie. Dat overtuigde de mensen dat er geen occulte of andere bovennatuurlijk zaken kleefden aan hypnose.
Op het toneel, in kranten en films werd het woord suggestie gebruikt en iedereen snapte wat er mee bedoeld werd.

Suggestie werd bestudeerd en gedefinieerd en gebruikt voor positieve veranderingen.
Er bleken zelfs verschillende soorten suggestie te bestaan. Émile Coué introduceerde begin 20e eeuw zelfsuggestie met zijn beroemde spreuk “Elke dag, op elk opzicht, word ik beter en beter”. Dit idee van zelfverbetering door positieve affirmaties toonde de kracht van suggestie voor persoonlijke ontwikkeling.
Daarnaast was er de heterosuggestie. De directe suggestie, waarbij een idee of actie expliciet wordt voorgesteld. Dit is de meest voor de hand liggende soort suggestie, waarbij iemand wordt aangemoedigd een nieuw product te proberen.
Het tegengestelde kon ook. Indirecte suggestie, waarbij ideeën of acties subtiel worden verweven in verhalen, associaties of de manier waarop informatie wordt gepresenteerd. Dit kan gedaan worden door een levensstijl of waarden te koppelen aan een merk, zonder direct te zeggen dat je dat merk moet kopen.

Inmiddels is de kennis van het begrip suggestie verschraald tot de gedachte dat suggestie eigenlijk ‘alleen maar’ een slimme manier is om mensen iets te laten doen of denken, zonder dat ze het echt doorhebben. Zelfsuggestie is ‘alleen maar suggestie’ ofwel iets dat iemand zichzelf slechts wijsmaakt.
Bij anderen werkt het door een ideetje in iemands hoofd te planten, zodat diegene denkt: “Hé, dat klinkt als een goed plan,” zonder dat ze zich echt afvragen waarom ze dat vinden. Dit kan heel direct zijn, zoals iemand die zegt: “Je zou echt dit boek moeten lezen, het is geweldig!”

Toch kan het ook subtieler, door bijvoorbeeld een verhaal te vertellen dat iemand zachtjes in een bepaalde richting duwt, zonder rechtstreeks te zeggen wat ze moeten denken of doen. Dat zien we overal om ons heen, bijvoorbeeld als je een winkel binnenloopt en een groot bord ziet met “Meest verkocht!” Dat is een manier om te zeggen: “Iedereen koopt dit, dus het moet wel goed zijn, toch?” Wetenschappelijk heet dat ‘social proof’, in gewoon Nederlands: “als de buurman het heeft, dan moet ik het ook hebben.”
Dan zijn er de verkooppraatjes waar de verkoper eerst een hoge prijs noemt (‘ankeren’), zodat de uiteindelijke prijs een stuk aantrekkelijker lijkt, ook al had je misschien helemaal niet zoveel willen uitgeven.
En wat te denken van “beperkte tijd” aanbiedingen? Die gebruiken ‘schaarste’ om je snel te laten beslissen. Het idee is dat als iets maar beperkt beschikbaar is, we het ineens veel meer willen hebben.
Er is ook een trucje waarbij je het gevoel krijgt dat er maar twee keuzes zijn, terwijl er eigenlijk meer opties zijn. Dan moet je kiezen uit een ‘schijnkeuze’ om je makkelijker te laten beslissen (of om je te sturen naar wat de verkoper wil dat je kiest).
Voorts er er het ‘hellend vlak’, waarbij iemand een doemscenario schetst: “Als je nu niet kiest voor groene energie, dan verpesten we de planeet voor onze kinderen.” Dat is een manier om te zeggen dat als we nu niet iets kleins doen, er later iets heel ergs gaat gebeuren, zonder echt bewijs dat die kleine stap van jou tot die grote ramp zal leiden.
Al deze technieken spelen met suggestie. Ze gebruiken onze psychologische neigingen, zoals het volgen van de massa of bang zijn om iets te missen, om ons in een bepaalde richting te duwen. Het is overal om ons heen, van de reclames die we zien tot de gesprekken die we voeren. En hoewel het niet per se slecht is, is het wel goed om te weten wanneer iemand probeert jouw mening of gedrag te sturen. Zo kun je zelf beslissen of je daar wel of niet in mee gaat.
De ethiek van suggestie hangt af van de intenties erachter en de impact op de ontvanger. Terwijl het een waardevol instrument kan zijn in therapie, onderwijs, en zelfs marketing, roept het gebruik ervan zonder toestemming of met manipulatieve doeleinden ethische vragen op.

De geschiedenis van suggestie laat zien hoe diep deze techniek geworteld is in de menselijke natuur en communicatie. Het benadrukt onze vatbaarheid voor invloeden en het belang van bewustzijn over hoe onze percepties en keuzes gevormd kunnen worden.
Hypnotherapeuten zijn door hun kennis en ervaring met suggesties waarschijnlijk de meest aangewezen beroepsgroep om de complexiteit van suggestie, zelfsuggestie, en hypnose te ontrafelen en hun invloed op individu en maatschappij te onthullen. Wellicht kunnen ze ook tips geven hoe je je kunt beschermen tegen onwenselijke suggesties.

Terwijl de kennnis van suggestie wegebt neemt het aantal hulpmiddeln toe. Computers televisie, radio, artificiele intelligentie incl. kunstmatig gemaakte foto’s, enzovoort maken suggesties steeds efficiënter.
Juist allerlei technische uitvindingen zijn de schakel tussen traditionele psychologische manipulatietechnieken en de moderne toepassingen ervan in therapie, marketing en dagelijks leven. Meer dan ooit zijn technische vindingen een bekrachtiger en hulpmiddel van suggesties en lieden die anderen willen bespelen.
Er is een scala van beïnvloedingstechnieken die vaak nieuw leven ingeblazen wordt met moderne hulpmiddelen.

Foto Ingrid Bergman uit film gaslighting
Gaslight 1944, This screenshot shows Ingrid Bergman being gaslighted. Bron: Wikimedia Commons

Een ervan is Gaslighting.
Gaslighting is een manipulatie waarbij een persoon of een groep op een verborgen manier twijfel zaait bij een individu of groep, waardoor zij gaan twijfelen aan hun eigen geheugen, waarneming of oordeel. Het leidt vaak tot het punt waarop het slachtoffer aan zijn of haar eigen geestelijke gezondheid gaat twijfelen.

Om het te leren

Wie wil zien hoe je moet manipuleren hoeft maar een paar films te bekijken. De term ‘gaslighting’ komt uit het toneelstuk Gas Light uit 1938 van Patrick Hamilton en latere verfilmingen met onder meer Ingrid Bergman, Charles Boyer, en Angela Lansbury. In dit verhaal dimt een man opzettelijk het licht. Als zijn vrouw daarover iets zegt, ontkent hij dat hij iets heeft veranderd. De vrouw gaat daardoor twijfelen aan haar eigen waarneming en haar geestelijke gezondheid.
Gaslighting is een techniek die wordt gebruikt om macht over iemand te krijgen door die persoon af te schilderen als instabiel of niet in staat om de realiteit nauwkeurig te interpreteren, waardoor zijn vertrouwen en zelfrespect worden ondermijnd.
Het gebeurt in verschillende contexten en door uiteenlopende personen. Naast gaslighting zijn er talloze andere manipulatietechnieken die in zowel romantische relaties als in vriendschappen en familieverband gebruikt worden.

Vooral mensen met een narcistische persoonlijkheid staan bekend om hun manipulaties om hun omgeving te domineren en te controleren. Zij vinden zichzelf overmatig belangrijk en waardvol. Het kost hen veel moeite om mee te voelen waardoor ze om aan hun doorlopende behoefte aan bewondering en aandacht tegemoet te komen meedogenloos kunnen manipuleren. Deze kenmerken en gedragingen komen in verschillende contexten en gradaties voor en niet iedereen die zich op deze manier gedraagt, is een narcist waardoor het moeilijk is de manipulaties te herkennen.
Een andere suggestie die we ook kennen door het verschijnsel loverboy is ‘love bombing’. Met overweldigend positieve aandacht en affectie probeert de manipulator iemand voor zich te winnen. Juist op het moment dat die zich de belangrijkste persoon ter wereld waant en zich helemaal inzet voor de narcist trekt die zich plotseling terug of gedraagt zich negatief waardoor het slachtoffer zich onzeker voelt en geneigd is om nog meer te voldoen aan de wensen van de manipulator. Een film waarin aspecten van love bombing te zien zijn is “You Get Me” (2017), waarin een intense en obsessieve relatie snel escaleert naar gevaarlijke niveaus van jaloezie en controle.
Een andere film die love bombing op een subtielere manier toont, is “Phantom Thread” (2017). Hoewel deze film zich vooral richt op de complexe dynamiek tussen een gerenommeerde modeontwerper, Reynolds Woodcock en zijn muze Alma, bevat het verhaal elementen van love bombing. Alma wordt aanvankelijk overspoeld met aandacht en liefde door Reynolds, die haar snel in zijn wereld en leven integreert. Deze periode van intense hofmakerij en affectie lijkt op love bombing, waarbij Reynolds Alma gebruikt om zijn creatieve inspiratie en persoonlijk verlangen te voeden. Maar naarmate hun relatie vordert, worden de manipulatieve aspecten van Reynolds’ gedrag duidelijker en wordt het een complex spel van macht en controle, waarbij liefde zowel als wapen als als geneesmiddel wordt ingezet.
Interessant van “Phantom Thread”, is dat de dynamiek van liefde en macht in relaties getoond wordt zonder dat uitdrukkelijk als love bombing te benoemen zodat de kijker zelf kan reflecteren op de aard van de relatie tussen de personages en de grens tussen liefde en manipulatie te bepalen.

Triangulatie

Soms betrekt de manipulator een derde persoon in de relatie om zichzelf in een beter daglicht te stellen, de andere partner jaloers te maken, of om twijfel en onzekerheid te zaaien.
Dat kan door een vriend of vriendin te complimenten in het bijzijn van zijn of haar partner om die jaoers te maken. Of ze delen informatie of geheimen met een derde persoon, waarvan de partner niets weet, zodat er een exclusieve band ontstaat
waardoor de partner zich buitengesloten voelt.
Door triangulatie kan de manipulator andere mensen bij relatieconflicten betrekken om steun te vergaren en het zelfbeeld van zijne partner verzwakken. Dat zorgt er voor dat die zich geïsoleerd voelt, en de manipulator meer invloed en macht in de relatie krijgt.

Negeren of de stiltebehandeling

Om het slachtoffer te manipuleren en harder te laten werken voor goedkeuring, kan de manipulator kiezen voor negeren of de stiltebehandeling
De manipulator negeert het slachtoffer en reageert niet op diens communicatiepogingen. Dit negeren, inclusief het niet beantwoorden van berichten en doen alsof het slachtoffer er niet is, veroorzaakt onzekerheid en moedigd het slachtoffer aan harder te werken voor aandacht en goedkeuring

In welke omstandigheden worden deze technieken gebruikt? Deze technieken worden niet alleen toegepast in vriendschappelijke, romantische of familiale relaties, maar ook in bredere contexten zoals de werkplek. Ze kunnen worden gebruikt om een collega of leidinggevende te isoleren, onder druk te zetten of diens positie te ondermijnen voor persoonlijk gewin.

Schuld en Schaamte

Schuld en schaamte zijn krachtige middelen om controle over iemand te krijgen. Door regelmatig echte of verzonnen fouten en tekortkomingen te benadrukken gaat iemand zich slecht voelen over zijn acties of identiteit en kan de manipulator zijn eisen stellen. Bijvoorbeeld, een ouder die tegen een kind zegt: “Kijk hoeveel ik voor je opoffer, en jij kunt niet eens je kamer opruimen”, maakt gebruik van schuld om het kind te motiveren zijn gedrag te veranderen.

Slachtofferbeschuldiging

Aansluitend op schuld en schaamte kan de manipulator kiezen voor slachtofferbeschuldiging. Slachttoffers overtuigen dat ze zelf schuldig zijn aan hun mishandeling of problemen, veroorzaakt onzekerheid en minder bereidheid om hulp te zoeken of zich te verzetten tegen de manipulator.
Een film die het concept van victim blaming – het slachtoffer de schuld geven – laat zien is “The Accused” uit 1988, met Jodie Foster in de hoofdrol. Deze film gaat over de nasleep van een verkrachting en toont hoe het gedrag van Sarah Tobias, zoals haar aanwezigheid in een bar, het drinken van alcohol, en haar algemene levensstijl, leidt tot victim blaming tijdens haar rechtszaak. De verdediging en zelfs sommige leden van de gemeenschap proberen deze aspecten van haar gedrag te gebruiken om haar schuldig te verklaren aan haar eigen verkrachting, suggererend dat ze door haar acties op de een of andere manier ‘uitlokte’ of ‘verdiende’ wat haar overkwam. Deze elementen worden kritisch onderzocht in de film, die de onrechtvaardigheid en de schadelijkheid van dergelijke beschuldigingen tegen slachtoffers van seksueel geweld belicht.
“The Accused” is bijzonder relevant omdat het niet alleen de strijd van het slachtoffer om gerechtigheid onderstreept, maar ook het idee bestrijdt dat slachtoffers op een of andere manier verantwoordelijk zijn voor het geweld dat hen is aangedaan. Het beschrijft de manieren waarop slachtoffers van seksueel geweld worden gestigmatiseerd en de schuld krijgen, en hoe moeilijk het kan zijn voor hen om vooruit te komen en gerechtigheid te zoeken. The Accused” benadrukt de strijd voor gerechtigheid en het doorbreken van stigmatisering rond seksueel geweld. De film was een keerpunt in de manier waarop seksueel geweld in Hollywood-films werden afgebeeld.

Vliegende Apen

tekening van apen met vleugelsDe term “vliegende apen” vindt zijn oorsprong in “The Wizard of Oz” (1939), waar de boze heks haar vliegende apen gebruikt om haar snode plannen uit te voeren. Deze metafoor beschrijft hoe manipulatoren vaak derden inschakelen om geruchten te verspreiden, informatie te verzamelen of directe manipulatie uit te voeren op het slachtoffer. Deze onwetende helpers, of “menselijke aapjes”, zijn zich vaak niet of niet helemaal bewust van de hele context of beseffen niet dat ze worden gebruikt om iemands manipulatieve agenda te ondersteunen. Ze functioneren als menselijke pionnen in een groter spel van laster, eerroof en machtsmisbruik, ingezet om leugens te verspreiden die het slachtoffer in diskrediet brengen en de dader voordeel opleveren.
Dit mechanisme is kenmerkend voor narcistisch misbruik, waarbij de narcist vrienden, familieleden, collega’s, of zelfs vreemden mobiliseert om druk uit te oefenen op het slachtoffer, hen te isoleren of hun reputatie te schaden.
Deze techniek leent zich in het bijzonder goed voor in een groter verband zoals organsaties of een werkomgeving

Projectie

Projectie is een manipulatietechniek waarbij iemand zijn eigen negatieve eigenschappen of gedragingen toeschrijft aan een ander en tegelijkertijd zijn eigen fouten ontkent. “Gone Girl” (2014), geregisseerd door David Fincher, biedt een indringend voorbeeld van deze techniek. In de film bedenkt Amy Dunne, een ingenieus plan om haar man Nick, vals te beschuldigen van de door haarzelf gepleegde moord als vergelding voor zijn ontrouw. Amy’s strategie van projectie houdt in dat zij haar manipulatieve karakter op Nick projecteert, hem ten onrechte afschildert als de dader van nooit gepleegd misbruik. Door de eigen negatieve trekken op een ander te projecteren, slaagt Amy erin een overtuigend verhaal over zichzelf als slachtoffer te construeren, terwijl ze Nick tegelijkertijd marginaliseert en compromitteert. “Gone Girl” onderzoekt de impact van projectie binnen relaties en demonstreert hoe deze kan worden ingezet om schuld te verschuiven en een onware voorstelling van zaken te fabriceren.
Dit laat zien hoe je met projectie ook de mening van anderen kunt omgooien en een verkeerd beeld van iemand kunt neerzetten.

Deze technieken kunnen variëren in intensiteit en zijn vaak subtiel, waardoor ze moeilijk te herkennen en te weerstaan zijn. Het bewust zijn van deze methoden kan echter helpen bij het identificeren en voorkomen van manipulatie in relaties en interacties.
Zoals de film “Gone Girl” al laat zien beperken de manipulatiemogelijkheden zich niet tot twee of een paar mensen. De film toont hoe de media en via de media grote groepen bespeeld kunnen worden en de publieke opinie bewerkt.

Kaderen

Op dit moment is framing mischien de meest gebruikte suggestieve manipulatietechniek in zowel alledaagse gesprekken en discussies als in media en politiek. Framing is een van de krachtigste communicatiestrategieen omdat het niet alleen de manier waarop mensen informatie interpreteren kan beïnvloeden, maar ook hun houding en gedrag ten aanzien van die informatie kan sturen.
In tegenstelling tot technieken als gaslighting, die zich alleen richten op het ondermijnen van het zelfbeeld van het slachtoffer is framing bedoelt om de waarneming te sturen zonder noodzakelijkerwijs de realiteit te verdraaien. Het kan echter nog steeds worden gebruikt in manipulatieve contexten, afhankelijk van de bedoeling van het framen. Een politicus kan bijvoorbeeld het thema belastingverhoging “framen” als noodzakelijk voor de financiering van essentiële openbare diensten, terwijl een tegenstander dezelfde belastingverhoging kan “framen” als een onnodige last op hardwerkende burgers. Beide partijen presenteren de feiten op een manier die hun eigen doel het beste ondersteunt.
Bij emotioneel kaderen gebruikt je emotioneel geladen taal om een emotionele reactie uit te lokken. Een politicus kan spreken over “het beschermen van onze geliefde tradities en waarden tegen de donkere krachten die ons willen veranderen.” Door woorden als “geliefde” en “donkere krachten” te gebruiken, wekt hij sterke emoties op bij zijn publiek, zoals trots, angst en een gevoel van urgentie, om steun te vergaren voor zijn zaak.
Met het kaderen van conflicten wordt een conflict of strijd tussen partijen of ideeën benadrukt. Als een nieuwszender bericht over een politiek debat door te benadrukken dat: “Partij A valt Partij B hard aan op haar falende beleid, wat een strijd ontketent over de toekomst van ons land.” ligt de focus op het conflict en de strijd tussen de partijen. Dat zet de kijker of lezer aan tot het kiezen van een kant of het intensiveren van bestaande overtuigingen.
Met moreel kaderen wordt een kwestie gepresenteerd in termen van morele juistheid of onjuistheid. Zoals wanneer een milieuactivist stelt: “Het is onze morele plicht om de planeet te beschermen voor toekomstige generaties, het negeren van klimaatverandering is simpelweg onethisch.” Door de kwestie te presenteren in termen van morele juistheid of onjuistheid, probeert de spreker het publiek te overtuigen van de noodzaak om actie te ondernemen tegen klimaatverandering, gebaseerd op morele overwegingen.
Economisch kaderen benadrukt de economische kanten of gevolgen van een situatie of beslissing. Wanneer een beleidsmaker betoogt: “Het investeren in hernieuwbare energie is niet alleen goed voor het milieu, maar zal ook onze economie stimuleren door het creëren van duizenden banen en het verminderen van onze afhankelijkheid van geïmporteerde olie.” Door de nadruk te leggen op de economische voordelen en gevolgen probeert de spreker steun te vergaren voor hernieuwbare energie vanuit een economisch perspectief, waardoor het aantrekkelijk wordt voor een breder publiek dat misschien minder interesse heeft in de milieuaspecten.
Naast de genoemde manipulatietechnieken zijn er nog veel meer tactieken die mensen gebruiken om te beïnvloeden, te sturen, of te manipuleren. Ankeren is het psychologische effect waarbij de eerste informatie ons beoordelingsvermogen beïnvloedt. Bijvoorbeeld, tijdens een onderhandeling zegt de auto-verkoper als eerste bod: “Deze auto kost €20.000.” Dat bedrag wordt je ‘anker’. Wanneer de verkoper later zegt dat hij de prijs kan verlagen naar €18.000, voelt dat als een goede deal, ook al had je misschien maar €15.000 willen uitgeven. Je beoordeling van wat een ‘goede prijs’ is, is nu gebaseerd op dat eerste genoemde bedrag. Dit gebeurt doordat het eerste bedrag je referentiekader wordt dat je onbewust beïnvloedt.
Dit ankeren is dus anders dan wat in de NLP ankeren genoemd wordt. NLP-ankeren gebruikt specifieke prikkels, zoals een aanraking, om een emotionele staat te koppelen aan die prikkel. Iemand die zich elke keer als hij zichzelf moed inspreekt, in zijn hand knijpt kan na verloop van tijd enkel door in zijn hand te knijpen die moed oproepen. Dan is dat gevoel aan die handeling ‘geankerd’.

Erbij horen: meelopersgedrag

Visualisatie van bandwagon effect met wagen met veel mensen eromheenHet bandwagon-effect speelt in op het verlangen om deel uit te maken van de meerderheid of om mee te gaan met populaire trends. Het idee is eenvoudig: als iets breed geaccepteerd of populair is, dan moet het wel de moeite waard zijn. De term komt van “muziekwagen” of “reclamewagen” uit optochten, waar mensen letterlijk en figuurlijk ‘op de wagen springen’ die het meest opvalt of populair is. Dit psychologische fenomeen laat zien hoe mensen geneigd zijn zich aan te sluiten bij trends, overtuigingen of bewegingen, gewoonweg omdat ze zien dat anderen dit ook doen. In essentie betekent het ‘meegaan met de massa’, vaak zonder diepe overtuiging of eigen onderzoek, gedreven door de wens om erbij te horen of geaccepteerd te worden door anderen. Politici benadrukken hun populariteit door te suggereren dat “iedereen op hen stemt” waardoor nog meer mensen op hen stemmen. Opiniepeilingen zijn hierbij goede hulpmiddelen.
Andere suggestieve technieken zijn fear-mongering (angstzaaien): Het opwekken van angst bij mensen over potentiële gevaren of bedreigingen, vaak overdreven of uit de context gehaald, om hen te bewegen op een bepaalde manier te handelen of te denken. Met de sunk cost fallacy (de valkuil van gedane investeringen) worden mensen overtuigd om door te gaan met een actie of investering vanwege reeds gemaakte investeringen (tijd, geld, middelen), zelfs als het voortzetten ervan niet in hun belang is.
Overload aan informatie (informatie-indigestie) loop je op als je wordt overweldigt met te veel informatie, waardoor het te moeilijk wordt om te beslissen of prioriteiten te stellen. Dat leidt soms tot passiviteit of uitstelgedrag.
social proof (groepsdrukgetuigenis): Het gebruik van getuigenissen, recensies, expertmeningen, of populariteitsindicatoren om de geloofwaardigheid of aantrekkelijkheid van iets te verhogen. Scarcity (schaarste) speelt in op fomo (fear of missing out) of wel angst om achter het net te vissen. Hier wordt gesuggereerd dat en slecht een beperkt aanbod, kans, of product beschikbaar is, om een gevoel van urgentie te creëren en mensen aan te moedigen snel te handelen.
Bij een false dilemma / false dichotomy (schijnkeuze) krijgt het slachtoffer een situatie gepresenteerd alsof er maar twee keuzes zijn, vaak met één duidelijk gunstiger dan de andere, terwijl in werkelijkheid meer opties beschikbaar zijn.

Van kwaad tot erger

Slippery slope heet het in het Americans (hellend vlak): Het gebruikt het argument dat een relatief kleine eerste stap onvermijdelijk zal leiden tot een keten van gerelateerde negatieve gebeurtenissen, zonder dit noodzakelijkerwijs te ondersteunen met bewijs.
Tegenwoordig horen we ook steeds meer over de echokamer. Het creëren van media-omgevingen waar maar één perspectief wordt gepresenteerd, versterken bestaande overtuigingen. Zo’n “echokamer” is te zien in de film “The Truman Show” (1998). Deze film volgt het leven van Truman Burbank (gespeeld door Jim Carrey), die zonder het te weten, de ster is van een reality-tv-show. Zijn hele leven, inclusief de mensen om hem heen en de gebeurtenissen die hij meemaakt, worden zorgvuldig georkestreerd door de show’s regisseur, Christof om een bepaalde realiteit te maken en te onderhouden.
“The Truman Show” is een allegorie van een echo kamer waarin Truman leeft in een wereld die volledig is ontworpen om zijn bestaande overtuigingen en percepties te versterken. Alle informatie die hij krijgt is gefilterd en gemanipuleerd om een samenhangend wereldbeeld te handhaven, vrij van tegenstrijdige meningen of uitdagingen.
Het is een extreme, fictieve weergave van hoe media en technologie gebruikt kunnen worden om realiteiten te construeren die ons wereldbeeld versterken, vaak zonder onze kennis of toestemming. Juist in deze tijd waarin algoritmen onze voorkeuren en afkeren feilloos registreren is de echokamer een reëel gevaar.
Divide and conquer (verdeel en heers) is het verdelen van de bevolking in groepen met tegenstrijdige belangen om zwakte te zaaien en de eigen macht te versterken.
De Amerikanen noemen het whataboutism. Nederlanders en Belgen kennen het als jij-bakken: Het afleiden van kritiek door te wijzen op de fouten van anderen, vermijdend om verantwoordelijkheid te nemen voor eigen acties. Bijvoorbeeld als je iemand erop wijst dat ze te hard rijdt in een woonwijk. In plaats van toe te geven dat dit gevaarlijk is en te beloven voorzichtiger te zijn, reageert die persoon met: “Maar wat dacht je van al die mensen die hun afval op straat gooien? Dat is toch ook slecht?” In plaats van in te gaan op het oorspronkelijke punt (te hard rijden), probeert de persoon de aandacht te verleggen naar een compleet ander onderwerp (afval op straat gooien), zonder daadwerkelijk verantwoordelijkheid te nemen voor het eigen gedrag.

Deze technieken spelen in op emoties, cognitieve vertekening en sociale dynamieken om invloed uit te oefenen op publieke opinie en gedrag.
Zijn het soorten suggestie?
Veel van de genoemde suggestietechnieken zijn bedoeld om de perceptie, houding, beslissingen of gedragingen van mensen te beïnvloeden, vaak op een subtiele of indirecte manier. Suggestie werkt door het aanbieden van ideeën, gedachten of acties op een manier die de ontvanger aanmoedigt om ze te accepteren zonder kritische analyse of weerstand. Dit kan gebeuren via taal, beelden, de context van informatiepresentatie, of door bepaalde psychologische neigingen uit te buiten.
Ze spelen in op cognitieve vooroordelen, emotionele triggers, en sociale invloeden, waardoor mensen meer geneigd zijn bepaalde informatie te accepteren of op een bepaalde manier te handelen. Hoewel suggestie op zichzelf niet negatief hoeft te zijn, hangt de ethiek ervan af van de intenties achter het gebruik ervan en de mate waarin het de autonomie of het welzijn van de ontvanger respecteert.

©2024 J.W.Eland